Geneesmiddelen bij hoest bij kinderen

Frequent wordt de huisarts geraadpleegd voor een kind dat hoest. Het is belangrijk dat getracht wordt de oorzaak van de hoest te vinden, gezien het onderdrukken van de hoest op zichzelf niet noodzakelijk het doel van de behandeling is. Waarschijnlijk is een virale infectie van de bovenste luchtwegen de meest frequente oorzaak van hoest. Bij kinderen met persisterende hoest ' s nachts of bij inspanning, moet gedacht worden aan chronische aandoeningen zoals astma of andere atopische aandoeningen, aan mucoviscidose of aan inhalatie van een vreemd lichaam. Na een infectie van de bovenste luchtwegen kan hoest lang aanhouden, zodat er dikwijls geen duidelijke onderliggende oorzaak wordt gevonden. Soms is hoest geassocieerd met persisterende infectie waarbij het kind purulente fluimen ophoest, en soms wordt het louter een gewoonte.

Wanneer geen specifieke oorzaak kan worden gevonden, is behandeling meestal niet nodig. Het geruststellen van de ouders, en het geven van duidelijke informatie zijn meestal voldoende. De gebruikelijke reden om toch een antitussivum te geven bij een kind, is dat het om een droge hoest gaat en deze ongemak of pijn veroorzaakt, of dat de hoest dermate ernstig is dat de slaap wordt verstoord.

Een groot aantal geneesmiddelen die vrij te verkrijgen zijn, worden voorgesteld voor de behandeling van hoest, en deze bevatten vaak meerdere bestanddelen. Frequent aanwezig zijn antihistaminica (b.v. chloorfenamine), antitussiva, expectorantia (b.v. guaifenesine), vasoconstrictoren (b.v. efedrine, fenylpropanolamine).


Klinische studies

De meeste klinische studies betreffen specialiteiten die niet meer op de markt zijn. De bestanddelen daarin aanwezig zijn echter, in verschillende combinaties, nog steeds aanwezig in de huidig gebruikte preparaten. Moeilijkheden bij het uitvoeren van studies zijn het objectief meten van de symptomen, in het bijzonder bij kinderen, en het classificeren van de verschillende types van hoest.

Hoewel codeïne doeltreffend is tegen hoest bij volwassenen, is er weinig of geen evidentie van doeltreffendheid bij kinderen. Daarenboven zijn de richtlijnen in verband met de dosering bij kinderen geëxtrapoleerd uit deze bij volwassenen, zonder het in acht nemen van mogelijke verschillen in metabolisme of ongewenste effecten bij kinderen. In totaal werden 5 placebo-gecontroleerde studies en 2 studies zonder placebo gevonden waarin het gebruik van geneesmiddelen tegen hoest bij kinderen werd onderzocht. In vier van de placebo-gecontroleerde studies ging het om combinatiepreparaten, in één studie ging het om een preparaat met één actief bestanddeel op basis van een H1-antihistaminicum. In geen van de placebo-gecontroleerde studies kon overtuigend worden aangetoond dat het geneesmiddel doeltreffender was dan placebo.


Ongewenste effecten

De antitussiva zijn niet vrij van ongewenste effecten en er bestaat het gevaar voor intoxicatie. De gegevens van 430 kinderen met acute codeïne-intoxicatie werden verzameld (234 kinderen hadden meer dan 5 mg/kg lichaamsgewicht ingenomen). Bij 8 van deze kinderen trad respiratoire depressie op waarvoor intubatie en mechanische ventilatie nodig was. Bij de andere kinderen trad minstens één van de volgende symptomen op: slaperigheid, ataxie, miosis, braken, huiduitslag, oedeem of jeuk. Kinderen die meer dan 2 mg/kg codeïne hebben ingenomen, moeten van nabij worden gevolgd. Codeïne kan ook hyperactiviteit en obstipatie veroorzaken.

Andere belangrijke ongewenste effecten die zijn gemeld met geneesmiddelen tegen hoest en banale verkoudheid zijn o.a. visuele hallucinaties met pseudo-efedrine en triprolidine, dystonie met een preparaat op basis van dextromethorfan en fenylpropanolamine, gedragsstoomissen met b.v. agitatie en hyperactiviteit met een preparaat op basis van fenylpropanolamine en chloorfenamine. Al deze reacties werden gezien bij de aanbevolen doses. Dextromethorfan kan daarenboven hyperactief gedrag en slaperigheid veroorzaken, en bij overdosis leiden tot respiratoire depressie.


Besluit

Er moet steeds getracht worden de oorzaak van hoest bij een kind te vinden. De hoest is meestal te wijten aan een virale infectie van de bovenste luchtwegen, en in de meeste gevallen is een antitussivum niet noodzakelijk. Er is geen goede evidentie dat bij kinderen een bepaalde specialiteit doeltreffender is dan placebo. De preparaten met meerdere bestanddelen in vaste associatie hebben zeker geen plaats.

Naar

  • Cough medications in children Drug Ther Bull 37 : 19-21(1999)

Nota van de redactie

  • In verband met het gebruik van antitussiva bij kinderen kunnen volgende aanbevelingen worden gegeven, zoals deze ook vermeld worden in het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium.
    • Beneden de leeftijd van één jaar is het gebruik van antitussiva gecontra-indiceerd.
    • Bij kinderen tussen 1 en 2 jaar moet het gebruik van antitussiva uitzonderlijk zijn, en mag slechts gebeuren op medisch advies. Vóór de leeftijd van 2 jaar zijn de fenothiazinederivaten, dextromethorfan en noscapine formeel gecontra-indiceerd.
    • Bij kinderen van 2 tot 6 jaar moet het gebruik van antitussiva strikt beperkt blijven.
  • Indien bij een kind een antihoestmiddel noodzakelijk is, is codeïne de eerste keuze. Op basis van het standaardwerk over pediatrie "Nelson&quot editie 15 1996] kan 0,15 à 0,25 mg/kg per gift aanbevolen worden; dit kan, indien noodzakelijk, herhaald worden, maar de totale dag dosis mag in geen geval meer dan 1 tot 1,5 mg/kg bedragen.
  • Bij kinderen met persisterende nachtelijke hoest moet ook gedacht worden aan postnasale drip of aan gastro-oesofageale reflux.
  • In het artikel dat hierboven is samengevat, worden siroopjes zonder actief bestanddeel vermeld als mogelijke oplossing wanneer de sociale druk om een hoestmiddel voor te schrijven, groot wordt. Dit raakt het probleem van het placebo-voorschrift. Moet een dergelijke aanpak aangemoedigd worden? Reacties daaromtrent zijn welkom.