Ontwenningsverschijnselen en convulsies na behandeling met venlafaxine

Venlafaxine (EFEXOR) is een antidepressivum dat gecommercialiseerd is sinds 1997. Dit geneesmiddel is een inhibitor van de heropname van norepinefrine, serotonine, en in mindere mate van dopamine. Tijdens de klinische studies zijn de meest frequent gerapporteerde ongewenste effecten: stoornissen van het centrale zenuwstelsel, gastro-intestinale stoornissen alsook zweten en seksuele stoornissen. Dosisgebonden verhoging van de bloeddruk werd eveneens gerapporteerd.

Sedert de commercialisering van venlafaxine ontving het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking onder andere melding van meerdere gevallen van ontwenningsverschijnselen en convulsies.


Ontwenningsverschijnselen

Het eerste geval betrof een 46-jarige man die ongeveer 3 maanden behandeld werd met venlafaxine (75 mg per dag). Drie dagen na plots stoppen van de behandeling trad een gevoel van duizeligheid op. De dag nadien nam de patiënt opnieuw één comprimé venlafaxine waarna de symptomen tijdelijk verdwenen.

Het tweede geval betrof een 45-jarige vrouw bij wie paroxysmale duizeligheid optrad na stoppen van de inname van venlafaxine (75 mg per dag gedurende ongeveer 3 maanden). De symptomen verdwenen dadelijk na herstarten van het geneesmiddel aan een lagere dosis.

Het derde geval betrof een 50-jarige vrouw die na plots stoppen van de behandeling met venlafaxine (75 mg per dag) volgende symptomen ontwikkelde: bloeddrukschommelingen, beven, zweten, gezichtsstoornissen en nachtmerries. Na herstarten van de behandeling verdwenen de symptomen.

Waarschijnlijk zijn de symptomen die bij deze drie patiënten werden waargenomen, te wijten aan een ontwenningssyndroom.


Convulsies

Het eerste geval betrof een 38-jarige man die behandeld werd met venlafaxine (75 mg per dag) en met diazepam (20 mg per dag omwille van heroïne-ontwenning). Ongeveer drie weken na starten van de behandeling trad een grand-mal convulsie op. Na stoppen van de behandeling werd geen recidive waargenomen. De patiënt had reeds twee epilepsie-crises doorgemaakt tijdens zijn adolescentie.

Het tweede geval betrof een 71-jarige man bij wie ongeveer één jaar na starten van een behandeling met venlafaxine (37,5 mg per dag) een epileptische crisis optrad na verdubbeling van de dosis. De patiënt had geen bekende antecedenten van epilepsie. Een behandeling met fenytoïne werd ingesteld gedurende enkele weken en de behandeling met venlafaxine werd voortgezet. Enkele weken na vervanging van venlafaxine door citalopram trad een tweede crisis op, na stoppen van de behandeling met fenytoïne

Het derde geval betrof een 25-jarige vrouw, zonder antecedenten van epilepsie, bij wie convulsies optraden tijdens de behandeling met venlafaxine (75 mg per dag). Ze nam geen andere medicatie.


Commentaar

Recent werden in de literatuur verscheidene gevallen van ontwenningsverschijnselen bij stoppen van behandeling met venlafaxine gepubliceerd. Ontwenningsverschijnselen werden gerapporteerd met antidepressiva van de verschillende generaties, vooral met de inhibitoren van de heropname van serotonine, waaronder vooral deze met korte werkingsduur.

In de bijsluiter van venlafaxine wordt vermeld dat convulsies kunnen optreden in geval van overdosering en dat voorzichtigheid geboden is bij patiënten met antecedenten van convulsies. Convulsies werden vooral gerapporteerd met maprotiline en antidepressiva van de eerste generatie.

De ervaring met venlafaxine is nog te gering om de veiligheid van dit geneesmiddel te preciseren in vergelijking met deze van andere antidepressiva, onder andere wat het epileptogene risico betreft. Om het risico op ontwenningssyndroom te beperken, is het, zoals met andere antidepressiva, aanbevolen de behandeling met venlafaxine niet bruusk te stoppen maar de posologie, bijvoorbeeld elke week, geleidelijk te verlagen.