Isotretinoïne en psychiatrische ongewenste effecten

Reeds meerdere jaren wordt gesuggereerd dat isotretinoïne (Isotretinoine EG®, Isotretinoine Ratiopharm®, Roaccutane®) psychiatrische ongewenste effecten (depressie, zelfmoordneigingen) kan veroorzaken [zie Folia november 1998]. In de periode 1998-2005 ontving het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking zeven meldingen van depressie. Het ging om vijf adolescenten of jong volwassenen, en twee dertigers.

  • Bij vier patiënten was er sprake van zelfmoordneigingen; één van deze patiënten (22 jaar) pleegde zelfdoding.
  • van drie patiënten is bekend dat de ongewenste effecten verdwenen na stoppen van de behandeling
  • van één patiënt is bekend dat er psychiatrische problemen waren in de voorgeschiedenis.

In de bijsluiter van de geneesmiddelen op basis van isotretinoïne wordt vermeld dat zelfmoordneigingen en gevallen van zelfmoord zijn gerapporteerd maar dat een causaal verband niet bewezen is. Deze informatie komt overeen met wat in de literatuur daarover te vinden is: in meerdere overzichtsartikels die de laatste jaren daarover zijn gepubliceerd, wordt geconcludeerd dat de momenteel beschikbare gegevens (casuïstiek, al dan niet gecontroleerde studies) een causaal verband niet bewijzen, maar ook niet uitsluiten; er is ook de mogelijkheid dat de onderliggende aandoening, namelijk zeer ernstige acne, het optreden van depressie in de hand kan werken.

Het is belangrijk patiënten die isotretinoïne nemen, zeker deze met antecedenten van psychiatrische stoornissen, te volgen in verband met het optreden van depressie. De patiënten moeten vóór starten van de behandeling op de hoogte gebracht worden van het mogelijke risico, en van de noodzaak de arts te raadplegen in geval van tekenen die wijzen op depressie.