Flash: glucosamine bij artrose

Recent verschenen twee studies over glucosamine bij artrose.

  • De eerste studie betreft een meta-analyse van gerandomiseerde studies (duur variërend van 1 maand tot 3 jaar) bij patiënten met knie- of heupartrose [ Brit Med J 2010; 341: c4675 ]. De resultaten tonen voor glucosamine (als sulfaat of hydrochloride; 1,5 g per dag), al dan niet in combinatie met chondroïtine (800 mg à 1,2 g per dag), statistisch significante maar minieme verbeteringen op een pijnschaal. Deze verbeteringen waren echter duidelijk minder uitgesproken dan wat vooraf als minimale klinisch relevante verbetering werd vastgelegd. Studies gefinancierd door een farmaceutisch bedrijf toonden een meer uitgesproken effect voor glucosamine dan onafhankelijk gefinancierde studies. De meta-analyse was onderwerp van kritiek, o.a. betreffende de criteria voor de selectie van de studies, de complexiciteit van de statistische testen en de keuze van het afkappunt voor "klinisch relevante verbetering" (in studies met NSAID’s en paracetamol wordt dit afkappunt ook nauwelijks bereikt) [ Brit Med J 2010; 341: c6328, , : c6338 , : c6335 ,met antwoord van de auteurs van de metaanalyse Brit Med J : c6340].
  • De tweede studie betreft een gerandomiseerde, dubbelblinde studie bij patiënten met lage rugpijn en lumbale artrose. De resultaten tonen t.o.v. placebo geen voordeel van glucosamine (als sulfaat, 1,5 g per dag gedurende 6 maanden) op de "pijn-gerelateerde invaliditeit" (het primair eindpunt) of op andere eindpunten zoals rugpijn of pijn ter hoogte van de benen [ JAMA 2010; 304: 45-52 , met editoriaal JAMA : 93-4 ].

Deze studies kunnen eens te meer geen duidelijk positief effect van glucosamine ten opzichte van placebo bij artrosepatiënten aantonen. Wel waren in beide studies de ongewenste effecten van glucosamine niet meer uitgesproken dan deze van placebo.