Recente informatie maart 2014: elvitegravir + emtricitabine + tenofovir + cobicistat, ruxolitinib, clindamycine + tretinoïne, aciclovir + hydrocortison, metamizol + butylhyoscinebromide, pethidine


Abstract

: geneesmiddel onder aanvullende monitoring, waarvoor het melden van ongewenste effecten aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking wordt aangemoedigd.

  • De specialiteit Stribild® (hoofdstuk 11.4.3.6.) is een associatie van verschillende klassen van antiretrovirale middelen tegen HIV: elvitegravir (een integrase-inhibitor), emtricitabine en tenofovir (twee reverse-transcriptaseremmers), en cobicistat (een CYP3A-inhibitor) dat werd toegevoegd om de biologische beschikbaarheid van elvitegravir te verhogen. Er is geen bewijs van meerwaarde van deze nieuwe associatie ten opzichte van de andere antiretrovirale associaties, zowel wat betreft de doeltreffendheid als de ongewenste effecten. De ongewenste effecten en interacties zijn deze van de verschillende bestanddelen, met daarnaast ook musculoskeletale stoornissen en niertoxiciteit. Bij gebrek aan langetermijngegevens, de beperkte ervaring en de zeer hoge kostprijs van deze associatie, is dit geen eerstekeuzegeneesmiddel 1,2.
  • Ruxolitinib (Jakavi®; hoofdstuk 13.7.) is een proteïnekinaseremmer (inhibitor van Janus kinasen) voorgesteld voor de behandeling van splenomegalie en andere symptomen van myelofibrose. In de klinische studies werd een gunstig effect gezien op het volume van de milt, maar het verband tussen deze volumereductie en de verbetering van de symptomen is onzeker, en er is geen bewijs van meerwaarde van dit geneesmiddel ten opzichte van de traditionele symptomatische behandeling in termen van evolutie van de ziekte en overlevingsduur. Ruxolitinib geeft hematologische en neurologische ongewenste effecten. Het gaat om een weesgeneesmiddel 3,4.
  • Een associatie van clindamycine + tretinoïne voor lokaal gebruik (Treclinax®; hoofdstuk 15.5.6.) wordt voorgesteld voor de behandeling van acne met aanwezigheid van comedonen. De ongewenste effecten zijn deze van de bestanddelen; het gaat vooral om huidreacties. Tretinoïne is teratogeen en, hoewel de resorptie gering is, wordt er afgeraden om tretinoïne te gebruiken of te manipuleren tijdens het eerste trimester van de zwangerschap. Anticonceptie wordt dan ook aanbevolen bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd. In verband met de behandeling van acne, zie Folia juli 2005 .
  • Een associatie van aciclovir + hydrocortison voor lokaal gebruik (Zovirax Duo®, hoofdstuk 15.1.4.) wordt voorgesteld voor de symptomatische behandeling van een opstoot van herpes labialis. Er is geen bewijs van meerwaarde van deze associatie ten opzichte van aciclovir alleen, dat trouwens een zeer beperkt effect heeft [zie Folia september 2008 ]. Men dient rekening te houden met de ongewenste effecten van de twee bestanddelen. Ongeacht de toedieningsweg, bestaat er met corticosteroïden een risico van verslechtering van bepaalde virale infecties en superinfecties5.
  • De specialiteit Buscopan Compositum® (hoofdstuk 8.2.5.), op basis van metamizol + butylhyoscinebromide, is uit de markt genomen. Het gebruik van deze associatie bij galblaas- en nierkolieken was niet gerechtvaardigd omwille van de ongunstige risico-batenverhouding [zie Folia november 2003 ].
  • De specialiteit Dolantine® (hoofdstuk 8.3.1.) is uit de markt genomen, en er bestaan geen specialiteiten meer op basis van het narcotisch analgeticum pethidine.

1 La Revue Prescrire 2013; 33: 408-11

2 Pharma Selecta 2013; 29: 61-4

3 La Revue Prescrire 2013; 33: 13-6

4 Australian Prescriber 2013; 36: 217-8

5 La Revue Prescrire 2011; 31: 414-6