Hypokaliëmie van medicamenteuze oorsprong


Inleiding

Lichte tot matige hypokaliëmie (3 à 3,5 mmol/1) is vaak asymptomatisch. Bij meer uitgesproken hypokaliëmie zijn atypische symptomen zoals zwakte, moeheid en constipatie frequenter. In geval van ernstige hypokaliëmie (2 à 2,5 mmol/1) kunnen spiernecrose en -paralyse alsook respiratoire problemen optreden. Hypokaliëmie wordt bij gezonde personen meestal goed verdragen, maar bij sommigen kan de situatie levensbedreigend zijn. Hypokaliëmie, zelfs wanneer deze licht of matig is, verhoogt het risico op hartaritmieën, en de morbiditeit en mortaliteit bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen. Hypokaliëmie verhoogt ook het risico op toxiciteit door digoxine.

In de meeste gevallen is de hypokaliëmie van medicamenteuze oorsprong, meestal door toegenomen kaliumverlies, meer zeldzaam door cellulaire opstapeling van kalium.


Hypokaliëmie door toegenomen kaliumverlies


Diuretica

De thiaziden en de lisdiuretica zijn de belangrijkste oorzaak van hypokaliëmie. De mate van hypokaliëmie is afhankelijk van de dosis. Hypokaliëmie door diuretica is vaak geassocieerd aan een lichte tot matige metabole alkalose.


Corticosteroïden

Fludrocortison, een mineralocorticosteroïd, alsook glucocorticosteroïden zoals prednison en hydrocortison, verhogen de renale uitscheiding van kalium en doen de kaliëmie op lange termijn lichtjes dalen.


Laxativa

Laxativa in hoge dosis veroorzaken een belangrijk verlies van kalium via de feces.


Andere geneesmiddelen

Penicilline en de semi-synthetische derivaten ervan, intraveneus toegediend in hoge dosis, alsook de aminosiden, cisplatine, amfotericine B en foscarnet verhogen het kaliumverlies via de nieren.


Hypokaliëmie door cellulaire accumulatie


Sympathicomimetica

Een groot aantal geneesmiddelen, waaronder de vasoconstrictoren, de bronchodilatoren, de tocolytica, hebben β2-sympathicomimetische eigenschappen en kunnen hypokaliëmie veroorzaken. Deze kan ernstig zijn, in het bijzonder bij intraveneuze toediening van terbutaline of ritodrine.


Xanthines

Theofylline en coffeïne kunnen hypokaliëmie veroorzaken door de vrijstelling van sympathicomimetische stoffen te stimuleren. Acute intoxicatie met theofylline gaat praktisch altijd gepaard met ernstige hypokaliëmie.


Andere geneesmiddelen

Ernstige hypokaliëmie is waargenomen na toediening van te hoge doses verapamil of chloroquine. Toediening van insuline gaat altijd gepaard met een tijdelijke verlaging van de kaliëmie. Dit is klinisch gezien niet belangrijk, behalve in geval van overdosering of bij de behandeling van diabetische keto-acidose. [N.v.d.r.: intraveneuze injectie van hypertone glucose stimuleert de secretie van insuline, en kan eveneens hypokaliëmie veroorzaken].


Behandeling van hypokaliëmie

Kaliumsupplementen zijn de basis van de behandeling van hypokaliëmie, maar ze zijn ook een frequente oorzaak van hyperkaliëmie. Gezien dit risico hoger is bij intraveneus infuus van kaliumzouten, zal men deze toedieningsweg vermijden, en is orale toediening te verkiezen. Kaliumchloride wordt vaak gebruikt gezien zijn doeltreffendheid in de meeste gevallen van hypokaliëmie. Kaliumchloride bestaat onder vorm van oplossingen of comprimés met vertraagde vrijstelling. De vloeibare vormen hebben een onaangename smaak en worden vaak minder goed verdragen dan de comprimés. Met de comprimés bestaat echter een gering risico op ulceraties en bloedingen ter hoogte van de gastro-intestinale tractus. [N.v.d.r.: om de slechte smaak te verminderen, kunnen de vloeibare vormen gemengd worden met b.v. druivensap].

In geval van hypokaliëmie door diuretica, is de associatie van een kaliumsparend diureticum doeltreffender. Voorzichtigheid is echter geboden omwille van het risico op hyperkaliëmie [zie ook Folia februari 1995 en september 1998

Door een kaliumrijk dieet kan het risico op hypokaliëmie worden beperkt. Kalium in de voeding is echter aanwezig onder vorm van fosfaat (eerder dan onder vorm van chloride), waardoor deze ondoeltreffend is wanneer er naast kaliumverlies ook sprake is van chloorverlies (b.v. in geval van behandeling met diuretica of bij braken). Dit laatste moet immers ook worden gecompenseerd.

Naar:

  • J. Gennari: Hypokaliemia. N Engl J Med 339 : 451-458(1998)

Nota van de redactie

Bij gelijk welke maatregel om hypokaliëmie te vermijden of te corrigeren, b.v. kaliumsupplementen, kaliumsparende diuretica, dient gedacht aan het mogelijke risico op uitlokken van hyperkaliëmie. Dit risico bestaat vooral bij patiënten met ingekrompen nierfunctie (o.a. bejaarden) en bij gelijktijdig gebruik van medicaties zoals ACE-inhibitoren, niet-steroïdale anti-inflammatoire farmaca.