Preventieve behandeling bij koortsstuipen

Koortsstuipen worden gedefinieerd als convulsies die optreden bij een kind jonger dan 5 jaar tijdens een periode van koorts. Men onderscheidt klassiek

  • "eenvoudige&quot of typische koortsstuipen, dit wil zeggen koortsstuipen die veralgemeend en van korte duur zijn,
  • "complexe&quot of atypische koortsstuipen, dit wil zeggen koortsstuipen gekarakteriseerd door asymmetrische crises of die langer dan 15 minuten duren; men spreekt eveneens van atypische koortsstuipen wanneer meer dan één aanval optreedt tijdens eenzelfde koortsperiode.

Het risico op recidieven na een eerste episode van koortsstuipen bedraagt 20 à 40%. Dit risico is verhoogd bij kinderen met familiale antecedenten van koortsstuipen alsook bij kinderen bij wie koortsstuipen op zeer jonge leeftijd zijn opgetreden. Daarenboven is in meerdere follow-upstudies aangetoond dat bij kinderen die koortsstuipen doormaken, er een verhoogd risico is voor het later ontwikkelen van epilepsie. Dit risico wordt geschat op 2 à 5%.

In geval van koorts bij een kind met risico op koortsstuipen, lijkt het voorzichtig onmiddellijk een antipyretische behandeling in te stellen.

De vraag is of het aanbevolen is preventief een anti-epilepticum voor te schrijven. Er is aangetoond dat een onderhoudsbehandeling met een anti-epilepticum het risico op recidieven met ongeveer 10% vermindert. Bij neurologisch normaal ontwikkelde kinderen die eenvoudige crises doorgemaakt hebben, is voorlichting van de ouders de enige te nemen maatregel. Een preventieve medicamenteuze behandeling zal slechts overwogen worden in geval van recidieven, meestal na 3 crises of meer. Deze behandeling zal vlugger overwogen worden bij abnormale neurologische ontwikkeling, bij positieve familiale anamnese of bij complexe convulsieve crises.

Het gebruik van fenobarbital is beperkt omwille van het risico op ernstige ongewenste effecten. Valproïnezuur (15 à 30 mg/kg per dag) wordt dikwijls preventief gebruikt maar er bestaat eveneens risico op ongewenste effecten, vooral hepatotoxiciteit. Intermitterende toediening van diazepam kan chronische toediening van deze potentieel gevaarlijke geneesmiddelen vervangen. Toedienen van diazepam oraal (0,33 mg/kg om de 8 uur) gedurende een koortsepisode vermindert het risico op recidieven maar er bestaat eveneens risico op ongewenste effecten [n.v.d.r.: zoals ataxie, lethargie, prikkelbaarheid. Zie ook Folia maart 1996].

Wanneer een preventieve behandeling aangewezen is, is het in het algemeen aanbevolen deze gedurende twee jaar verder te zetten.

Naar

  • L. Lagae: Koortsstuipen recente gegevens. Tijdschr voor Geneeskd 54 : 829-832(1998)

Nota van de redactie

  • De resultaten van een cohortstudie bij 381 kinderen tonen dat kinderen met koortsstuipen, zelfs recidiverend, zonder preventieve behandeling, niet verschillen van kinderen die nooit koortsstuipen doorgemaakt hebben, voor wat hun intellectuele ontwikkeling en gedragsontwikkeling betreft [ N Engl J Med 338 : 1723-17281998. (1998) Deze resultaten versterken de opinie dat voorlichting en geruststellen van de ouders in de meeste gevallen de beste aanpak blijft van kinderen bij wie eenmaal koortsstuipen zijn opgetreden.
  • Hoewel het niet duidelijk aangetoond is dat antipyretica het risico op recidieven van koortsstuipen verminderen, is het aangeraden koorts te behandelen met antipyretica al was het maar om het comfort van het kind te verbeteren en dehydratatie te vermijden [ Brit Med J 303 : 634-6361991. (1991)