Prenatale corticotherapie

Er bestaat goede evidentie dat prenatale toediening van corticosteroïden gunstige effecten heeft bij baby' s die zijn geboren na een zwangerschap van minder dan 34 weken: er is een daling van de incidentie van het "respiratory distress&quot syndroom, alsook van bloedingen ter hoogte van de hersenventrikels, van necroserende enterocolitis en van de neonatale mortaliteit.

In meerdere neonatologische centra in de Franse Gemeenschap in België werden de effecten van prenatale corticotherapie geëvalueerd bij een totaal van 1.521 pasgeborenen met een lichaamsgewicht lager dan 1,5 kg. In deze retrospectieve cohortstudie wordt het gunstig effect van prenatale corticotherapie bij premature baby' s die zijn geboren na een zwangerschap van minder dan 34 weken bevestigd, met:

  • een daling van de mortaliteit door het "respiratory distress&quot syndroom (odds-verhouding: 0,34; 95%-betrouwbaarheidsinterval: 0,21-0,57);
  • een daling van de neonatale mortaliteit (odds-verhouding: 0,49; 95%-betrouwbaarheidsinterval: 0,34-0,69);
  • een daling van de bloedingen ter hoogte van de hersenventrikels (odds-verhouding: 0,55; 95%-betrouwbaarheidsinterval: 0,35-0,88).

De onderzoekers raden gynaecologen en pediaters dan ook aan om prenatale corticotherapie meer frequent toe te passen. Toediening van corticosteroïden zoals beclomethason en dexamethason is aangewezen bij elke dreiging van premature bevalling vanaf de 24e tot de 34e zwangerschapsweek. Risicosituaties zoals multipele zwangerschap, antecedent van premature bevalling, opening of wijziging van de baarmoederhals, en uteriene afwijkingen zouden eveneens als indicatie kunnen worden aanzien. De resultaten van gerandomiseerde studies betreffen kinderen van moeders bij wie een eenmalige kuur was toegepast. In een aantal gevallen kan echter een bijkomende kuur (met maximum 3 à 4 kuren) worden overwogen. Contra-indicaties van prenatale corticotherapie zijn een slecht gecontroleerde infectie, ernstige en slecht gecontroleerde diabetes, en longoedeem.

Naar

  • G. Franckart ei al.: Bénéfices multiples de la corticothérapie anténatale. Rev Med Liege 54 : 157-165(1999)

Glossarium

  • Odds-verhouding: schatting van het relatief risico, d.i. de grootte van het risico (in dit geval, risico op morbiditeit en mortaliteit) bij kinderen van behandelde moeders ten opzichte van het risico bij kinderen van niet-behandelde moeders. Een odds-verhouding gelijk aan één zou er op wijzen dat er geen verschil is tussen de twee groepen. Een odds-verhouding kleiner dan één wijst op een gunstig effect van de behandeling.
  • 95%-betrouwbaarheidsinterval: het interval rond een steekproefwaarde (in dit geval de daling van de morbiditeit en mortaliteit), waarbinnen met 95% zekerheid de echte waarde ligt.

Nota van de redactie

Ook postnataal heeft corticotherapie een plaats in de behandeling en preventie van chronische longziekten bij prematuren. Hoewel toediening van dexamethason aan prematuren vaak geassocieerd is aan voorbijgaande ongewenste effecten, is in meerdere gerandomiseerde studies aangetoond dat een dergelijke behandeling snel de nood voor zuurstoftoediening vermindert en de intubatieperiode verkort. Er zijn echter geen gecontroleerde studies beschikbaar naar het effect op lange termijn op de mortaliteit en de morbiditeit [ Brit Med J 319 : 1385-1386(1999)].