Niet-steroïdale anti-inflammatoire farmaca en bloedplaatjesaggregatie

COX-2-selectieve niet-steroïdale anti-inflammatoire farmaca zoals rofecoxib (VIOXX) en celecoxib (CELEBREX) [zie ook Folia juli 2000] beïnvloeden bij de therapeutische dosis de bloedplaatjesaggregatie niet, in tegenstelling tot de klassieke NSAIF’s die ook COX-1 inhiberen. De resultaten van de VIGOR-studie suggereren dat dit verschil klinisch belangrijk kan zijn bij patiënten met risico van trombo-embolische aandoeningen. De VIGOR-studie is een onderzoek bij patiënten met reumatoïde artritis, waarin rofecoxib (50 mg p.d.) en naproxen (1 g p.d. in twee giften) werden vergeleken. Men vond dat de incidentie van myocardinfarct hoger was in de rofecoxibgroep dan in de naproxengroep (0,4% versus 0,1%) [ La Revue Prescrire 20 : 485(2000) ; Pharmaceutical Journal 264 : 835(2000) ]. Het verschil was het grootst bij de patiënten die op basis van hun risicofactoren in aanmerking zouden komen voor een behandeling met lage doses acetylsalicylzuur in het kader van de cardiovasculaire preventie; gebruik van acetylsalicylzuur was in de studie wel niet toegelaten. Of de bevindingen te danken zijn aan een cardioprotectief effect van naproxen (door zijn inhiberend effect op de bloedplaatjesaggre-gatie) dan wel aan een eigen ongunstig effect van rofecoxib bij deze patiënten is nog onduidelijk.

COX-2-selectieve NSAIF’s kunnen in geen geval acetylsalicylzuur vervangen bij de cardiovasculaire preventie.

The Pharmaceutical Journal kan geraadpleegd worden via het internet http://www.pharmj.com .