Behandeling en preventie van diepe veneuze trombose: een update
De Folia van februari 2004 was een themanummer getiteld "Antitrombotische behandeling: indicaties en praktische problemen". Hoewel de daar vermelde aanbevelingen nog steeds actueel zijn, lijkt het ons nuttig in te gaan op sommige punten in verband met de behandeling en de preventie van diepe veneuze trombose, en zeker op de plaats van meer recente anticoagulantia zoals natriumfondaparinux (Arixtra®), een specifieke inhibitor van factor Xa, en ximelagatran (Exanta®, geregistreerd maar nog niet op de markt in België), een specifieke trombine-inhibitor. Behandeling en secundaire preventie van diepe veneuze tromboseZoals vermeld in de Folia van februari 2004 blijven de heparines met laag moleculair gewicht of niet-gefractionneerde heparine, gevolgd door coumarine-anticoagulantia, de eerste keuze voor de behandeling en secundaire preventie van diepe veneuze trombose. Duur van de anticoagulatieVolgens de laatste aanbevelingen van het ACCP (American College of Chest Physicians) is, bij bestaan van een tijdelijke (reversibele) risicofactor, een anticoagulatie gedurende minstens 3 maand te verkiezen boven een anticoagulatie van minder lange duur. Bij bestaan van persisterende risicofactoren of in geval van idiopathische diepe veneuze trombose, vermindert verlenging van de anticoagulatieduur het risico van recidieven, maar dit ten koste van een risico van bloedingen.
Intensiteit van de anticoagulatieIn verband met de intensiteit van de anticoagulatie tonen twee recente gerandomiseerde gecontroleerde studies dat een anticoagulatie van geringe intensiteit (INR 1,5 à 2) minder doeltreffend is dan een conventionele anticoagulatie (INR 2 à 3), en dat ze geen voordelen biedt voor wat het risico van majeure bloedingen betreft. Trombo-embolische preventie van kankerpatiëntenDe trombo-embolische preventie bij kankerpatiënten is een apart probleem. Het staat vast dat deze patiënten, vergeleken met de algemene populatie, een verhoogd risico hebben op recidiverende veneuze trombo-embolie. In een gerandomiseerde multicentrische niet-blinde studie bij kankerpatiënten bleken de heparines met laag moleculair gewicht doeltreffender dan, en even veilig als de coumarine-anticoagulantia in de secundaire preventie van veneuze trombo-embolie. Bij deze patiënten wordt een heparine met laag moleculair gewicht aangeraden gedurende tenminste de eerste 3 à 6 maanden van de anticoagulatie. Plaats van natriumfondaparinux en ximelagatran
In België zijn natriumfondaparinux en ximelagatran niet geregistreerd voor de behandeling en de secundaire preventie van diepe veneuze trombose. Primaire preventie van diepe veneuze tromboseZoals vermeld in de Folia van februari 2004 zijn de heparines met laag moleculair gewicht meestal de eerste keuze wanneer primaire preventie van trombo-embolische aandoeningen aangewezen is. Risico van diepe veneuze trombose bij lange-afstandsreizenWat het risico van diepe veneuze trombose bij lange-afstandsreizen betreft, wijzen studies er op dat dit risico vooral hoog is bij aanwezigheid van andere risicofactoren zoals antecedenten van diepe veneuze trombose, recente majeure chirurgische ingreep, kanker. De voor alle patiënten aanbevolen preventieve maatregelen zijn de volgende: voldoende drinken, inname van alcohol en slaapmiddelen vermijden, de benen regelmatig bewegen en eventueel steunkousen dragen (onder de knie). Bij hoogrisicopatiënten die geen antitrombotische behandeling nemen, kan, naast de algemene preventieve maatregelen, ook een inspuiting van heparine met laag moleculair gewicht aan profylactische dosis 2 à 4 uur vóór het vertrek worden aangeraden; acetylsalicylzuur wordt niet aanbevolen. Plaats van natriumfondaparinux en ximelagatranNatriumfondaparinux en, meer recent, ximelagatran zijn geregistreerd voor de preventie van trombo-embolische accidenten na majeure orthopedische chirurgische ingreep zoals heup- of knieprothese.
Beschouwingen i.v.m. de nieuwe anticoagulantiaIn vergelijking met de coumarine-anticoagulantia hebben natriumfondaparinux en ximelagatran het voordeel dat ze geen controle van de graad van anticoagulatie en geen regelmatige aanpassing van de dosis vereisen, dat hun werking snel optreedt, en dat ze minder risico hebben van interacties met andere geneesmiddelen. Het voornaamste ongewenst effect van deze nieuwe anticoagulantia blijft het optreden van bloedingen, en het niet beschikken over een antidoot is een nadeel, b.v. bij ernstige bloedingen. Natriumfondaparinux en ximelagatran worden best niet gebruikt bij patiënten met nierinsufficiëntie. Met ximelagatran dient men bedacht te zijn op optreden van hepatotoxiciteit. Rekening houdend met het gebrek aan ervaring op lange termijn en met de veel hogere kostprijs vergeleken met de conventionele anticoagulantia, zijn deze nieuwe anticoagulantia op dit ogenblik geen eerste keuze bij de aanpak van diepe veneuze trombose. Belangrijke referenties
|