Hoofdpijn door overmatig gebruik van analgetica en antimigrainemiddelen

Te frequent gebruik van analgetica en antimigrainemiddelen aan te hoge doses omwille van hoofdpijn (migraine of ander type), kan leiden tot een toename van de frequentie van de hoofdpijnklachten, gaande tot nagenoeg dagelijkse klachten. In de literatuur noemt men dit fenomeen o.a. "analgetica-geïnduceerde hoofdpijn", "medicatie-afhankelijke hoofdpijn" of "medication-overuse headache". Analgetica-geïnduceerde hoofdpijn lijkt een frequent probleem te zijn, vooral bij vrouwen; op basis van epidemiologische studies in o.a. Spanje, schat men de prevalentie in de algemene bevolking op ongeveer 1%. Oorspronkelijk werd dit type hoofdpijn enkel voor de ergotamines beschreven, maar men neemt nu aan dat ook paracetamol, acetylsalicylzuur, dextropropoxyfeen, en narcotische analgetica- die allen vaak in combinatie met stoffen zoals coffeïne, codeïne en barbituraten worden ingenomen-, alsook triptanen en waarschijnlijk NSAID’s de oorzaak kunnen zijn. Volgens de " International Headache Society", zijn de criteria voor de diagnose van medication-overuse headache de volgende.

  • De hoofdpijn is aanwezig gedurende meer dan 15 dagen per maand.
  • Het analgeticum of antimigrainemiddel wordt meer dan 10 dagen van de maand genomen gedurende meerdere opeenvolgende maanden.
  • De hoofdpijn verdwijnt of keert terug naar het oorspronkelijke patroon binnen de 2 maand na stoppen van het oorzakelijke geneesmiddel.

Uit observationele studies blijkt dat analgetica-geïnduceerde hoofdpijn sneller optreedt met de triptanen (na gemiddeld 1,7 jaar) en de ergotamines (na gemiddeld 2,7 jaar) dan met analgetica (na gemiddeld 4,8 jaar). Bij patiënten met analgetica-geïnduceerde hoofdpijn moet getracht worden het oorzakelijke geneesmiddel te stoppen.

  • Analgetica (ook de preparaten die caffeïne bevatten), ergotamines en triptanen kunnen plots worden gestopt, maar men dient rekening te houden met tijdelijke verergering van de hoofdpijn, maar ook met ontwenningsverschijnselen zoals nausea, braken, hypotensie, tachycardie, angst en rusteloosheid. Mogelijk treden deze minder langdurig op bij stoppen van een triptaan. Een overgangsbehandeling kan kortdurend worden ingesteld: o.a. anti-emetica, NSAID’s en corticosteroïden zijn gebruikt. Soms is hospitalisatie noodzakelijk.
  • Narcotische analgetica, sedativa of hypnotica moeten geleidelijk worden gestopt.

Psychologische ondersteuning en follow-up van de patiënt zijn belangrijk. De gegevens over de slaagkansen zijn ontgoochelend: 50% van de patiënten hervallen binnen de 5 jaar na ontwenning van het analgeticum of antimigrainemiddel.

Om het ontstaan van analgetica-geïnduceerde hoofdpijn tegen te gaan, is het belangrijk het gebruik van analgetica en antimigrainemiddelen bij patiënten met hoofdpijn, in het bijzonder migraine maar ook andere vormen, te beperken tot inname op maximum 6 tot 8 dagen per maand of 2 dagen per week, en tijdig een profylactische behandeling te overwegen. Combinatiepreparaten, zeker deze die ook opiaten of sedatieve middelen bevatten, moeten vermeden worden.

  • La Revue Prescrire 1999; 19: 518-9
  • N Engl J Med 2006; 354: 158-65
  • Drug Safety 2001; 24: 921-7
  • Drugs 2004; 64: 2503-14
  • Transparantiefiche "Geneesmiddelen bij migraine", januari 2003 met updates
  • het "Projet Information Orale Indépendante sur le Médicament" (SSMG/SSPF) publiceerde, onder de auspiciën van het BCFI, het document "Les médicaments anti-céphalalgiques"