Behandeling van primaire hypothyreose

In verband met de behandeling van primaire hypothyreose bestaat er geen consensus over de beste manier om een behandeling met levothyroxine te starten. In een gerandomiseerde dubbelblinde studie [ Arch Intern Med 2005; 165: 1714-20 ] werden bij 50 patiënten zonder cardiale antecedenten, twee manieren van starten van de behandeling vergeleken: 25 patiënten kregen van bij het begin de onderhoudsdosis levothyroxine (0,0016 mg/kg/dag), de 25 andere patiënten kregen eerst een lagere dosis levothyroxine (0,025 mg per dag) die vervolgens zeer traag, met intervallen van 4 weken, werd opgedreven tot normalisering van de TSH-spiegels optrad. De correctie van de hypothyreose gebeurde vlugger in de eerste groep (binnen de 4 weken versus na minstens 16 weken), zonder optreden van ongewenste effecten, maar er was geen verschil tussen de twee groepen voor wat betreft de symptomen van de hypothyreose en de levenskwaliteit. Hoewel het dadelijk starten van de behandeling met levothyroxine aan de onderhoudsdosis, veilig lijkt en praktischer is, is het waarschijnlijk niet gerechtvaardigd om op basis van deze kleinschalige studie de voorschrijfgewoonte te veranderen: gezien het risico van aritmie en myocardischemie bij toediening van schildklierhormoon, is het te verkiezen, zeker bij bejaarden en patiënten met risico van hartaandoeningen, de behandeling progressief te starten. Bij zwangere vrouwen en pasgeborenen daarentegen zal men er naar streven om de schildklierfunctie zo snel mogelijk te herstellen, om zo het risico van neurologische aantasting bij het kind te beperken.