Pegaptanib en ranibizumab terugbetaald bij maculadegeneratie

[Reeds verschenen in de rubriek Goed om weten op onze website op 30/10/2007]

Pegaptanib (Macugen) en ranibizumab (Lucentis) zijn in de loop van 2007 ter beschikking gekomen voor de behandeling van neovasculaire (natte) leeftijdsgebonden maculadegeneratie. Zij gaan het effect van de vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF) tegen: pegaptanib is een selectieve inhibitor van de VEGF165-isovorm, ranibizumab is een inhibitor van alle VEGF-isovormen. Beide middelen worden via intravitreale injectie toegediend, maar hun doseringsschema verschilt. Macugen wordt terugbetaald sinds 1 maart 2007, Lucentis sinds 1 november 2007. De terugbetaling (in categorie b) geldt voor beide middelen onder bepaalde voorwaarden als ze gebruikt worden bij patiënten met subfoveale choriodale neovasculaire (natte) leeftijdsgebonden maculaire degeneratie. Er is evidentie uit placebo-gecontroleerde studies over een periode van maximum 2 jaar dat deze middelen bij de meeste patiënten de verslechtering van de gezichtsscherpte tegengaan; de placebo-respons was evenwel hoog. Bij een beperkt aantal patiënten trad ook verbetering van de gezichtsscherpte op. In de studies traden soms ongewenste effecten op ter hoogte van het oog, die meestal werden toegeschreven aan de toedieningsprocedure; het kan daarbij in zeldzame gevallen gaan om ernstige reacties zoals endoftalmitis, regmatogene retinale loslating, retinale scheur en traumatisch cataract. Met systemisch toegediende VEGF-inhibitoren (bv. bevacizumab via infuus) zijn ernstige arteriële trombo-embolische accidenten en hypertensie beschreven; het is op dit ogenblik niet uit te sluiten dat een dergelijk risico ook bestaat bij intravitreale toediening.

Er zijn geen studies waarin pegaptanib en ranibizumab vergeleken zijn, en indirecte vergelijking is door inclusie van verschillende patiëntenpopulaties onmogelijk. Het is op dit ogenblik niet mogelijk een voorkeur uit te spreken voor n van beide middelen, of patiënten te selecteren bij wie de risico-batenverhouding het gunstigst is. De kostprijs van behandeling, berekend op het aantal terugbetaalbare verpakkingen in het eerste behandelingsjaar, verschilt wel voor Lucentis en voor Macugen (zie verder).

Er is veel discussie over het gebruik van bevacizumab (Avastin) bij maculadegeneratie. Bevacizumab is ook een inhibitor van VEGF, en is geregistreerd voor gebruik via intraveneus infuus bij bepaalde kankers (bv. gemetastaseerde colorectale kanker). Er wordt in de bijsluiter van Avastin niet gesproken over gebruik bij maculadegeneratie of over intravitreale toediening. Bevacizumab wordt echter frequent gebruikt via intravitreale injectie bij patiënten met maculadegeneratie, o.a. omdat het veel goedkoper is dan een behandeling met pegaptanib of ranibizumab (volgens sommige bronnen tot 50 keer goedkoper dan een behandeling met ranibizumab). Er zijn echter geen gerandomiseerde studies die de doeltreffendheid van bevacizumab bewijzen in deze indicatie. Er wordt daarom gepleit voor studies die de doeltreffendheid van bevacizumab bewijzen, en voor studies waarin bevacizumab wordt vergeleken met ranibizumab en pegaptanib. [Zie ook Brit Med J 2007; 334: 269-70 en : 381-2 ]


Nota: in verband met de kostprijs

  • Het aantal vergoedbare verpakkingen bedraagt voor Macugen (pegaptanib) maximum 9 per oog per jaar, voor Lucentis (ranibizumab) maximum 8 per oog per jaar voor het eerste jaar, maximum 6 voor de eerste verlengingsperiode van 12 maanden en maximum 4 voor de volgende verlengingsperiode van 12 maanden. De kostprijs voor n jaar behandeling, berekend op 9 verpakkingen Macugen en op 8 verpakkingen Lucentis, voor een ambulante patiënt (d.w.z. een patiënt die in het ziekenhuis op consultatie gaat en ter plaatse het geneesmiddel toegediend krijgt) is de volgende.
  • Macugen: prijs voor 9 verpakkingen.
    • Totale prijs: € 5.253,75
    • Remgeld voor de patiënt: voor een gewoon verzekerde € 95,40, voor een patiënt met OMNIO-statuut € 63,90
  • Lucentis: prijs voor 8 verpakkingen.
    • Totale prijs: € 9.384,88
    • Remgeld voor de patiënt: voor een gewoon verzekerde € 84,80, voor een patiënt met OMNIO-statuut € 56,80.