Aanbevelingen inzake infecties door Clostridium difficile

De behandeling van diarree door Clostridium difficile werd besproken in de Folia van november 2006 . Recent publiceerde de Hoge Gezondheidsraad (HGR) aanbevelingen voor de controle en preventie van infecties door Clostridium difficile in ziekenhuizen en rust- en verzorgingstehuizen. De toename van de incidentie en de ernst van diarree door Clostridium difficile die de laatste jaren wordt gezien, ook in België, is een belangrijk aandachtspunt voor de volksgezondheid. De pathogene stammen van Clostridium difficile produceren twee toxines (A en B); een derde toxine (binair toxine) geproduceerd door bepaalde virulente stammen van Clostridium difficile (ribotype 027), is echter de laatste jaren geassocieerd aan bijzonder ernstige vormen van pseudomembraneuze colitis. De voornaamste risicofactor voor pseudomembraneuze colitis is inname van antibiotica zoals cefalosporines, penicillines, clindamycine en fluorochinolonen. De preventie van diarree door Clostridium difficile berust dan ook in hoofdzaak op het rationele gebruik van antibiotica maar ook op maatregelen ter preventie van overdracht. Deze laatste maatregelen betreffen algemene voorzorgen die erop gericht zijn de overdracht van micro-organismen in het algemeen te voorkómen bij alle patiënten/bewoners [zie ook artikel over MRSA in de Folia van maart 2007 ], en bijkomende voorzorgen bij symptomatische patiënten/bewoners die drager zijn van een toxinogene stam van Clostridium difficile. De aanbevelingen van de HGR kunnen geraadpleegd worden via www.health.fgov.be/CSS_HGR (klikken op " Adviezen en aanbevelingen "; zoekterm: Clostridium difficile).