Neuraminidase-inhibitoren in de preventie en behandeling van influenza bij gezonde volwassenen: een Cochrane-update


Abstract

Een update van een Cochrane-review over gebruik van de neuraminidase-inhibitoren oseltamivir en zanamivir in het kader van seizoensgebonden influenza bij volwassenen zonder risicofactoren voor complicaties door influenza, bevestigt dat de plaats van deze middelen beperkt is. In de update wordt, in tegenstelling tot de oorspronkelijke review, een beschermend effect van deze middelen op de complicaties van influenza zoals pneumonie, in vraag gesteld, dit wegens een gebrek aan evidentie. Er zijn geen bewijzen dat de neuraminidaseinhibitoren doeltreffender zouden zijn bij influenza door het pandemische A/H1N1- influenzavirus. Gegevens bij patiënten met verhoogd risico van complicaties door influenza ontbreken; een gering effect zou in deze populatie wel een grotere impact kunnen hebben.

Het gebruik van de neuraminidase-inhibitoren oseltamivir (Tamiflu®) en zanamivir (Relenza®) in het kader van seizoensgebonden influenza werd besproken in de Folia van augustus en september 2009 . De conclusie was dat hun voordeel beperkt is, en dat er noch bij kinderen, noch bij volwassenen evidentie is van een gunstig effect op de mortaliteit of op de ernstige complicaties van influenza bij risicopatiënten. In de Folia van september 2009 werd verwezen naar een meta-analyse waarin deze conclusie werd bevestigd voor kinderen, maar dit werd recent ook bevestigd voor volwassenen. Eind 2009 verscheen inderdaad een update van de Cochrane-review van 2006 [ Cochrane Database Syst Rev 2006; 3CD001265 ] rond gebruik van neuraminidase-inhibitoren bij volwassenen zonder risicofactoren voor complicaties door influenza [ Brit Med J 2009; 339: b5106 ]. De conclusies van deze update zijn de volgende.

  • Neuraminidase-inhibitoren zijn preventief werkzaam bij blootstelling aan door laboratoriumonderzoek bevestigde influenza, maar niet bij grieperige aandoeningen waarvan niet met zekerheid is vastgesteld dat het om influenza gaat.
  • Neuraminidase-inhibitoren hebben een effect op de symptomen van een bewezen seizoensgebonden influenza (verminderen van de ziekteduur met 1 dag) indien ingenomen binnen de 48 uur na optreden van de symptomen.
  • Er zijn te weinig betrouwbare gegevens over de plaats van neuraminidase-inhibitoren in de preventie van complicaties van influenza
  • Als ongewenst effect wordt in de klinische studies met oseltamivir vooral nausea vermeld. Over zeldzamere ongewenste effecten (o.a. mogelijke neuropsychiatrische ongewenste effecten met oseltamivir) is er minder eenduidigheid, en er is waarschijnlijk een belangrijke onderrapportering. [I.v.m. de ongewenste effecten van de neuraminidase-inhibitoren (o.a. bronchospasme met zanamivir), zie Folia september 2009 ].

Enkele opmerkingen

  • In de Cochrane-review van 2006 werd wel een rol aan de neuraminidase-inhibitoren, meer in het bijzonder oseltamivir, in de preventie van complicaties van influenza zoals pneumonie, toegekend. Men baseerde zich toen op één enkele publicatie, deze van Kaiser et al. [ Arch Intern Med 2003; 163: 1667-72 ]. Deze ging over een meta-analyse van 10 studies waarvan er slechts 2 in peer-reviewed tijdschriften waren verschenen; de 8 overblijvende studies waren ofwel niet, ofwel slechts als abstract gepubliceerd. De details van deze 8 studies waren niet beschikbaar in de oorspronkelijke Cochrane-review, en werden ook bij de update niet beschikbaar gesteld ter analyse. De Cochrane-onderzoekers besloten dan ook deze studies niet meer te includeren. Hierdoor is de evidentie dat de neuraminidase-inhibitoren het risico van influenzacomplicaties verminderen, niet meer voldoende sterk, en werd het besluit aangepast. Bijkomende onafhankelijke gerandomiseerde studies zijn noodzakelijk om hierover klaarheid te scheppen.
  • In de strijd tegen de pandemie met het nieuwe A/H1N1-influenzavirus werd in de aanbevelingen van internationale gezondheidsorganisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie en de European Centre for Disease Control and Prevention (ECDC), een belangrijke rol toebedeeld aan de neuraminidase- inhibitoren, en dit op basis van extrapolatie vanuit de weinig onderbouwde gegevens bij seizoensgebonden influenza. Er zijn geen argumenten dat de neuraminidase-inhibitoren meer doeltreffend zouden zijn bij infecties door het pandemische A/H1N1-influenzavirus.
  • De Cochrane-review betreft gegevens bij volwassenen zonder risicofactoren voor complicaties door influenza; er zijn geen studies beschikbaar bij patiënten met een verhoogd risico van complicaties door influenza. Er zijn geen argumenten dat de doeltreffendheid van neuraminidaseinhibitoren verschillend is bij de risicopatiënten; een gering effect zou in deze populatie wel een grotere impact kunnen hebben.