Omega-3-vetzuren: recente studies

In het artikel over omega-3-vetzuren (bv. docosahexa-eenzuur of DHA, eicosapenta-eenzuur of EPA) in de Folia van februari 2010 was de conclusie dat er enige evidentie was van een beperkt gunstig effect op de cardiovasculaire morbiditeit en/of mortaliteit bij patiënten die recent (d.w.z. binnen de laatste 3 maanden) een myocardinfarct hebben doorgemaakt en bij patiënten met chronisch hartfalen, maar dat er veel onzekerheden bleven bestaan; bij andere populaties was er te weinig evidentie om omega-3-vetzuur-supplementen aan te moedigen. De laatste maanden verschenen drie gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde studies over omega-3-vetzuren:

  • een eerste studie bij patiënten met antecedenten van myocardinfarct binnen de 10 jaar vóór randomisering, met als primair eindpunt het optreden van majeure cardiovasculaire events [400 mg p.d. DHA/EPA of 2 g p.d. alfa-linolzuur of beiden via margarine, gedurende gemiddeld 40 maanden; N Engl J Med 2010; 363: 2015-26 ];
  • een tweede studie bij patiënten met antecedenten van een acuut coronair of cerebrovasculair event binnen de 12 maanden vóór randomisatie, met eveneens als primair eindpunt het optreden van majeure cardiovasculaire events [600 mg DHA/EPA p.d. gedurende gemiddeld 4,7 jaar; Brit Med J 2010; 341: c6273 ];
  • een derde studie bij patiënten met voorkamerfibrillatie, met als primair eindpunt een nieuwe episode van voorkamerfibrillatie [4 g p.d. DHA/EPA gedurende 24 weken; JAMA 2010; 304: 2363-72 ].

In geen van die studies kon, ten opzichte van placebo, een voordeel van de omega-3-vetzuren op het primaire eindpunt worden aangetoond. De conclusie van de Folia van februari 2010 blijft dus ongewijzigd.