Nieuw vergoedingssysteem voor apothekers en andere wijzigingen i.v.m. vergoedbare geneesmiddelen 13 april 2010

Sinds 1 april 2010 is een nieuw vergoedingssysteem voor de officina-apothekers van kracht dat de zorgverstrekkende taak van de apotheker (zoals vastgelegd in K.B. van 21 januari 2009) bevestigt. Voortaan wordt de vergoeding van de apotheker opgesplitst in een economische marge en honoraria.

 

 

- De economische marge vergoedt de kosten die voortvloeien uit de economische activiteiten van de apotheker en is gekoppeld aan de buitenbedrijfprijs van het geneesmiddel (ook affabriekprijs, de prijs die voor het geneesmiddel is betaald aan de producent). Deze marge bedraagt 6,04% van de buitenbedrijfprijs; voor geneesmiddelen met een buitenbedrijfprijs groter dan €60 bedraagt deze €3,624, vermeerderd met 2% van het gedeelte boven €60.

- De honoraria vergoeden de activiteiten verbonden met de farmaceutische dienstverlening. Er is een vast basishonorarium bij elke aflevering (€3,88 per aflevering) dat deel is van de publieksprijs en er zijn specifieke honoraria voor specifieke taken (bijvoorbeeld voor de uitvoering van een Voorschrift Op Stofnaam, voor de aflevering van hoofdstuk IV geneesmiddelen en voor begeleiding bij een eerste aflevering) die geen deel uitmaken van de publieksprijs en volledig ten laste van het RIZIV zijn.

Het nieuwe systeem geldt in eerste instantie enkel voor de vergoedbare farmaceutische specialiteiten die afgeleverd worden in een openbare apotheek en is budgetneutraal zowel voor de ziekteverzekering als voor de apothekers in de zin dat huidige RIZIV-budget wordt verdeeld in honoraria (80%) en een economische marge (20%). Het nieuwe vergoedingssysteem is daarnaast ook budgetneutraal voor de patiënt, want het persoonlijk aandeel van de patiënt in de kostprijs van een geneesmiddel blijft ongewijzigd. Het remgeld zal voortaan bestaan uit een bedrag berekend op basis van de buitenbedrijfprijs (en niet meer op basis van de publieksprijs), aangevuld met het eventuele verschil tussen de publieksprijs en de vergoedingsbasis (het zogenaamde “supplement”). De verschillende vergoedingscategorieën (A, B, C, Cs, Cx) blijven behouden en de remgeldplafonds blijven ongewijzigd, maar de formules voor de berekening van het persoonlijk aandeel van de patiënt zijn als volgt gewijzigd :

 

 

Terugbetalings-categorie

 

VBbuiten bedrijf

B preferentieel verzekerden

B

gewoon verzekerden

C

Cs

Cx

 

< €14.38

26,52

44,20

88,39

106,07

141,43

% van VBbuiten bedrijf

€14.38

16,00

+ €1,50

27,00

+ €2,50

54,00

+ €5,00

65,00

+ €6,00 

86,00

+ €8,00

% van VBbuiten bedrijf

VBbuiten bedrijf : Vergoedingsbasis buiten bedrijf

 

 

 

 

Het nieuwe vergoedingssysteem beïnvloedt wel de prijsstructuur van de geneesmiddelen, gezien het basishonorarium deel uitmaakt van de publieksprijs.Vanaf 1 april wordt de publieksprijs inclusief BTW (6%)

als volgt berekend vanaf de buitenbedrijfprijs:(prijsbuiten bedrijf + margegroothandel + marge apotheker + basishonorarium apotheker) x 1,06. Zo bedraagt voor een geneesmiddel met een buitenbedrijfprijs van €14,38 de publieksprijs €22,57; voor een geneesmiddel met een buitenbedrijfprijs van €60 bedraagt deze €74,41. De publieksprijs zal voortaan ook vermeld moeten staan op het kasticket van een openbare apotheek, net zoals het bedrag van de tussenkomst van de ziekteverzekering en van de eventuele bijkomende honoraria.

 

 

Tegelijk met het in voege treden van het nieuwe vergoedingssysteem voor apothekers treden vanaf 1 april ook een aantal belangrijke wijzigingen op, opgelegd door het RIZIV. Voortaan worden maximaal toegelaten prijzen gehanteerd voor geneesmiddelen opgenomen in het referentieterugbetalingssysteem. Deze maximaal toegelaten prijs is gelijk aan de vergoedingsbasis verhoogd met een “veiligheidsmarge” (25% van de vergoedingsbasis, maximaal €10,80). Specialiteiten waarvan de prijs niet aan deze structuur voldoet verliezen hun terugbetaling (Singulair®, MSDirect®, Meliane® en Femodene®). Daarnaast is er een prijsdaling voor geneesmiddelen 2 of 4 jaar na opname in het referentieterugbetalingssysteem en voor geneesmiddelen waarvan het actieve  bestanddeel al langer dan 12 of 15 jaar terugbetaald wordt.

Bovendien wordt het referentieterugbetalingssysteem uitgebreid met een aantal geneesmiddelen waarvoor weliswaar nog geen generisch alternatief bestaat, maar waarvan het werkzame  bestanddeel (of de werkzame bestanddelen) verschillende zouten, esters, isomeren of andere derivaten zijn van bestanddelen waarvoor wel een generisch alternatief beschikbaar is (voorlopig enkel Xyzall®, levocetirizine, en Elvorine®/Levofolic®, levofolinezuur). Wanneer de prijs van het geneesmiddel niet of onvoldoende gedaald is, wordt het remgeld verhoogd met het eventuele verschil tussen de publieksprijs en de vergoedingsbasis.

 

Meer uitleg vindt u op de website van het RIZIV, via http://www.riziv.be/drug/nl/pharmacists/modification-20100401/ en  http://www.riziv.be/drug/nl/drugs/general-information/refunding/index.htm#category