16 september 2010

 

 

Studie over vitamine B-therapie bij patiënten met milde cognitieve stoornissen laat geen besluit toe over eventuele effecten op de klinische evolutie naar alzheimerdementie

 

In de lekenpers werd aandacht besteed aan een recente studie over het effect van vitamine B-therapie op de snelheid van hersenatrofie bij patiënten met milde cognitieve stoornissen [PLoS ONE 2010;5:e12244; via http://www.plosone.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0012244]. Veel te optimistisch werd in de media geconcludeerd dat vitamine B een revolutionair wapen is tegen alzheimerdementie.

Het gaat om een placebo-gecontroleerde gerandomiseerde studie over 2 jaar bij 271 patiënten, ouder dan 70 jaar, met milde cognitieve stoornissen. Behandeling met vitamine B-therapie (foliumzuur 0,8 mg p.d. + vitamine B6 20 mg p.d. + vitamine B12 0,5 mg p.d.) leidde tot een daling van de homocysteïnespiegels, en MRI-scan toonde een vertraging van de hersenatrofie in de vitamine B-groep (0,76% atrofie per jaar) in vergelijking met de placebogroep (1,08% atrofie per jaar). Een MRI-scan vóór en na behandeling was echter slechts beschikbaar voor 168 personen, wat de resultaten kan hebben vertekend. Daarenboven laat de studie niet toe te besluiten of de vertraging van de hersenatrofie op MRI klinisch relevant is: het effect van de vitamine B-therapie op de resultaten van de cognitieve testen (een secundair eindpunt), zal apart worden gepubliceerd, maar de onderzoekers erkennen dat de studie onvoldoende power had om het effect op de cognitie te onderzoeken.

De resultaten van deze studie zijn interessant als basis voor verder klinisch onderzoek, maar elke extrapolatie over een eventueel klinisch effect van vitamine B-therapie op de evolutie naar alzheimerdementie is voorbarig, en we kunnen zeker niet spreken van een revolutionair wapen tegen alzheimerdementie.