RECENTE INFORMATIE OKTOBER 2010 13 oktober 2010

 

Prucalopride (Resolor®, hoofdstuk  2.5.5.)

Plaatsbepaling

- Prucalopride, een selectieve agonist ter hoogte van bepaalde serotoninereceptoren (5-HT4) en chemisch verwant aan cisapride, wordt voorgesteld voor de behandeling van chronische obstipatie bij de vrouw. Het is verbazend vast te stellen dat dit geneesmiddel, dat de intestinale motoriek stimuleert, alleen bestemd is voor gebruik bij de vrouw. Daarenboven is voorzichtigheid geboden gezien de chemische verwantschap met cisapride waarvan  het risico van verlenging van het QT-interval en « torsades de pointes » goed bekend is.  Ook dient rekening te worden gehouden met de zeer hoge kostprijs.  Momenteel is er geen terugbetaling voorzien door het RIZIV (situatie op 5/10/10).

 

Indicatie

- Volgende indicatie is in de bijsluiter vermeld: « Symptomatische behandeling van chronische obstipatie bij vrouwen voor wie laxeermiddelen onvoldoende effect hebben ».

 

Ongewenste effecten

- Hoofdpijn

- Abdominale pijn, nausea, diarree.

 

Zwangerschap

- Er werden gevallen van spontane abortus gerapporteerd in klinische studies.

Hoewel er geen oorzakelijk verband bewezen is, is inname van prucalopride tijdens de zwangerschap afgeraden. Aan vrouwen die zwanger kunnen worden, wordt aanbevolen een doeltreffende anticonceptie te gebruiken.

 

Bijzondere voorzorgen

- De dosis verminderen bij ernstige nierinsufficiëntie.

- Gezien de chemische verwantschap met cisapride waarvan het risico van QT-interval en « torsades de pointes » goed bekend is, is voorzichtigheid geboden bij patiënten met antecedenten van aritmie of bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het QT-interval kunnen verlengen.

 

Posologie

1 à 2 mg eenmaal per dag

 

Studies

De resultaten van gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde studies met een studieduur van 12 weken, waarbij vooral vrouwen waren ingesloten, tonen een gunstig effect van prucalopride op de intestinale transit en op de symptomen van chronische obstipatie. In deze kortdurende studies werd geen verhoogde incidentie van ongewenste effecten te wijten aan verlenging van het QT-interval of ventrikelaritmieën gezien. Grootschaligere en langer lopende studies zijn nodig om de doeltreffendheid en veiligheid van prucalopride bij chronische obstipatie te evaluëren. Er zijn geen vergelijkende studies met andere laxativa beschikbaar.

 

- Degarelix (Firmagon®, hoofdstuk 7.3.9.3.) is een gonadoreline-antagonist voorgesteld voor de behandeling van gevorderd hormoondependent prostaatcarcinoom. In tegenstelling tot de gonadoreline-analogen, inhiberen de gonadoreline-antagonisten de gonadotrofinesecretie, zonder initiële stimulatie.  De voornaamste ongewenste effecten zijn warmte-opwellingen, gewichtstoename en reacties ter hoogte van de injectieplaats.

 

- Ustekinumab (Stelara®, hoofdstuk 9.3.2.11.) is een humaan monoklonaal antilichaam gericht tegen de interleukine 12- en 23-receptoren. Ustekinumab wordt voorgesteld in subcutane injectie voor de behandeling van matige tot enrstige plaque psoriasis bij onvoldoende antwoord of bij contra-indicaties voor  de andere systemische behandelingen zoals ciclosporine, methotrexaat of puvatherapie.  De doeltreffendheid van ustekinumab lijkt vergelijkbaar met deze van andere biologische geneesmiddelen zoals de TNF-remmers, maar de ervaring is nog beperkt.  De voornaamste ongewenste effecten zijn allergische reacties die soms ernstig zijn, verhoogde gevoeligheid aan infecties, reacties ter hoogte van de injectieplaats. De immunosuppressiva zoals ukstekinumab kunnen het risico van maligniteit verhogen; cutane en subcutane maligne tumoren werden  in klinische studies  gerapporteerd.[In verband met de aanpak van plaque psoriasis, zie Folia juni 2006].

 

- De inspuitbare vormen van Clamoxyl® (flacon i.m. – i.v. en flacon i.m. + anestheticum) zijn teruggetrokken van de markt en er bestaan dan ook geen specialiteiten meer op basis van amoxicilline voor parenteraal gebruik.

- Dextropropoxyfeen (Depronal®), een narcotisch analgeticum, is van de markt teruggetrokken.  Het European Medicines Agency (EMA) had aanbevolen om de geneesmiddelen op basis van dextropropoxyfeen terug te trekken omwille van de negatief bevonden risico-batenverhouding [zie Folia augustus 2009].