Waarschuwing in verband met het risico van spiertoxiciteit door rosuvastatine (CRESTOR) Spiertoxiciteit is een bekend ongewenst effect van alle statines. Cerivastatine, dat in België gecommercialiseerd was onder de namen CHOLSTAT en LIPOBAY, werd in de loop van 2001 wereldwijd van de markt teruggetrokken omwille van een abnormaal hoog aantal gevallen van rhabdomyolyse met acuut nierfalen en overlijden. De terugtrekking van cerivastatine leidde tot een evaluatie op Europees niveau van het risico van spiertoxiciteit met de andere statines. Het besluit was dat rhabdomyolyse een zeldzaam ongewenst effect is van de nog beschikbare statines, en dat deze toxiciteit waarschijnlijk dosis-afhankelijk is [zie Folia september 2001]. Rosuvastatine (CRESTOR) was op het ogenblik van deze evaluatie nog niet beschikbaar. Wereldwijd zijn sinds het ter beschikking komen van rosuvastatine een aantal gevallen van rhabdomyolyse gerapporteerd. Deze zijn recent op Europees niveau geëvalueerd. Wat zijn de belangrijkste punten uit deze evaluatie ? Het risico van rhabdomyolyse door rosuvastatine neemt duidelijk toe bij doses hoger dan 20 mg per dag (40 mg per dag is de maximale aanvaarde dagdosis). Vele patiënten die rhabdomyolyse ontwikkelden tijdens behandeling met rosuvastatine, waren de behandeling gestart aan een dosis hoger dan de aanbevolen 10 mg per dag, en/of hadden risicofactoren voor spiertoxiciteit (b.v. nierinsufficiëntie, alcoholmisbruik, gelijktijdig gebruik van ciclosporine of fibraten). Er zijn wel tot op heden met rosuvastatine geen gevallen van rhabdomyolyse met fatale afloop gerapporteerd. Het is op dit ogenblik moeilijk, zij het onmogelijk, te concluderen of het risico van spiertoxiciteit groter is met rosuvastatine dan met de andere statines. Voorzichtigheid is aangewezen, zeker wanneer doses hoger dan 20 mg rosuvastatine per dag worden gebruikt.Op basis van deze evaluatie is beslist dat de bijsluiter van CRESTOR moet worden aangepast, en dat de firma verantwoordelijk voor het op de markt brengen van CRESTOR, aan alle artsen daaromtrent een brief moet sturen. In de herziene bijsluiter worden een aantal punten sterker benadrukt. De risicofactoren voor het optreden van rhabdomyolyse worden benadrukt. Het is belangrijk rosuvastatine te starten aan 10 mg per dag, ook wanneer wordt overgeschakeld van een ander statine. Opdrijven van de dosis, zeker naar 40 mg per dag, moet voorzichtig gebeuren, onder supervisie. Men mag de dosis niet opdrijven tot 40 mg per dag bij patiënten met risicofactoren voor rhabdomyolyse (b.v. matige nierinsufficiëntie, hypothyroïdie, alcoholmisbruik, gelijktijdige behandeling met fibraten) ; contra-indicaties zoals ernstige nierinsufficiëntie, gelijktijdige behandeling met ciclosporine, myopathie, waren reeds van toepassing voor alle sterktes van CRESTOR, en blijven gelden. In de Folia van juli 2004 zal aandacht wordt besteed aan de statines, dit naar aanleiding van de nieuwe terugbetalingsregels van het RIZIV. Een belangrijke boodschap in het Folia-artikel is dat, wanneer beslist wordt een statine voor te schrijven, de keuze bij voorkeur gebeurt in functie van het effect op harde eindpunten, met name morbiditeit en mortaliteit. Voor rosuvastatine zijn er daarover op dit ogenblik geen gegevens beschikbaar, gegevens die wel beschikbaar zijn voor pravastatine en simvastatine en, in minder mate, voor atorvastatine en fluvastatine. Het Directoraat generaal Geneesmiddelen heeft over het risico van spiertoxiciteit met rosuvastatine eveneens een boodschap op haar website geplaatst. 10 juni 2004