Aanbevelingen van de American Heart Association rond cardiovasculaire monitoring van kinderen en adolescenten vooraleer behandeling met centrale stimulantia in het kader van ADHD te starten 29 april 2008

 

De American Heart Association (AHA) heeft aanbevelingen opgesteld rond cardiovasculaire monitoring van kinderen en adolescenten behandeld met centrale stimulantia (o.a. methylfenidaat, atomoxetine) in het kader van ADHD. De aanbevelingen verschenen op 21 april 2008 als “early on-line” publicatie op de website van Circulation [2008;117:2407-23, via http://circ.ahajournals.org/cgi/reprint/CIRCULATIONAHA.107.189473v1].

 

Zoals besproken in de Folia van juli 2006 bestaat er sinds enkele jaren ongerustheid over mogelijke cardiovasculaire risico’s (aritmieën, plotse dood, myocardinfarct, cerebrovasculair accident) van centrale stimulantia [o.a. methylfenidaat (Concerta®, Rilatine®)] gebruikt in het kader van ADHD; ook voor atomoxetine [Strattera®] wordt een dergelijk risico niet uitgesloten. De ongerustheid is vooral gebaseerd op enkele meldingen van plotse dood aan het geneesmiddelenbewakingscentrum in de Verenigde Staten. Een causaal verband tussen de inname van de centrale stimulantia en het ongewenste effect is moeilijk te bewijzen. Evenmin is duidelijk of kinderen met hartafwijkingen die het risico van plotse dood verhogen (bv. hypertrofe cardiomyopathie, congenitale QT-verlenging, kort-QT-syndroom, Wolff-Parkinson-White-syndroom, coronaire anomalie, Marfan-syndroom, aritmogene rechterventrikeldysplasie, Brugada-syndroom), een hoger risico hebben van cardiale ongewenste effecten tijdens behandeling met een centraal stimulans.

Ondanks deze onzekerheden is het duidelijk dat dergelijke hartafwijkingen, maar ook bijvoorbeeld antecedenten van ernstige aritmieën, nopen tot bijzondere voorzichtigheid. De AHA meent dan ook dat het belangrijk is deze kinderen te identificeren zodat de risico’s en de baten kunnen worden afgewogen, en zodat zij nog strikter kunnen worden opgevolgd wanneer toch wordt besloten een behandeling te starten. Daarom raadt de AHA aan om vooraleer een behandeling met een centraal stimulans te starten, bij alle kinderen en adolescenten volgende onderzoeken uit te voeren: analyse van de persoonlijke en familiale antecedenten, klinisch onderzoek, electrocardiogram.

 

We kunnen ons de vraag stellen of deze aanpak haalbaar is in de praktijk en een betere veiligheid garandeert. Het interpreteren van een ECG bij kinderen is niet gemakkelijk. Ook zou deze aanpak kunnen leiden tot een vals gevoel van veiligheid.

In de Folia van juni zullen we hier meer uitgebreid op terugkomen.