Vaccinatie van kinderen tegen varicella: meer gegevens zijn nodig alvorens veralgemeende vaccinatie aan te bevelen 5 juni 2015

Recent pleitte een onderzoeker in de media voor een veralgemeende vaccinatie van kinderen tegen varicella (syn. windpokken, waterpokken). Het argument pro is volgens de onderzoeker de bescherming tegen ernstige varicellacomplicaties, waaronder een potentieel risico van ischemisch cerebrovasculair accident. Zijn onderzoek heeft uitgewezen dat een aantal argumenten tegen veralgemeende vaccinatie minder belangrijk zouden zijn dan eerst was gedacht; vandaar zijn oproep tot een nieuwe kosten-batenanalyse.

Huidige aanbevelingen in België inzake vaccinatie tegen varicella

In België wordt veralgemeende vaccinatie van kinderen tegen varicella op dit ogenblik niet aanbevolen.

- De Hoge Gezondheidsraad beveelt in haar advies van 2005 vaccinatie tegen varicella enkel aan bij risicogroepen zoals niet-immune gezondheidswerkers en andere niet-immune personen die frequent in contact komen met immuungedeprimeerden, en eventueel bepaalde kinderen en volwassenen met risico van ernstige varicella (bv. in afwachting van een transplantatie; acute lymfatische leukemie in een remissiefase)1.

- De conclusie van een rapport van het Federaal Kenniscentrum van de Gezondheidszorg (KCE) van 2010 (KCE Reports 151A) is dat veralgemeende vaccinatie van kinderen tegen varicella enkel kosten-effectief kan zijn als men zeker is dat de incidentie van zona bij volwassenen niet te sterk zal toenemen ten gevolge van de veralgemeende vaccinatie2.

Commentaar van het BCFI

- De bescherming tegen ernstige varicellacomplicaties is een argument pro veralgemeende vaccinatie van kinderen. Toch dient opgemerkt dat het risico van complicaties gering is: het gaat vooral om superinfecties van de huidletsels; zeer zelden cerebellaire ataxie (geschat op 1 op 4.000 patiënten jonger dan 15 jaar) en encefalitis (geschat op 1 op 10.000 tot 1 op 100.000 patiënten jonger dan 15 jaar)3. Over het risico van ischemisch CVA zijn de gegevens zeer beperkt: observationele studies tonen een verband tussen varicella en ischemisch CVA, met de meeste gevallen optredend binnen de 12 maanden na de infectie en met een geschatte incidentie van 1 op 15.000 kinderen met varicella.

- De mogelijke winst van vaccinatie moet afgewogen worden tegen een aantal factoren.

  • De ongewenste effecten en contra-indicaties van de vaccins tegen varicella (Provarivax®, Varilrix®; gecombineerd vaccin: Priorix Tetra®). Het gaat om levende vaccins waardoor deze gecontra-indiceerd zijn bij bijvoorbeeld patiënten met immunodepressie.

  • De onduidelijkheden over de beschermingsduur van het vaccin. Met een vaccinatieschema bestaande uit 2 doses is een beschermend effect aangetoond tot 10 jaar na vaccinatie4. Door mogelijke daling van de immuniteit meerdere jaren na de vaccinatie bestaat de kans dat gevaccineerden varicella doormaken op een leeftijd dat de infectie ernstiger verloopt en het risico van complicaties groter is. Daarenboven zullen ook niet-gevaccineerden een groter risico lopen om varicella op latere leeftijd door te maken, met name omdat het virus minder zal circuleren binnen de jongere populatie.

  • De mogelijkheid dat door veralgemeende vaccinatie van kinderen tegen varicella de incidentie van zona bij volwassenen zal toenemen (de zogenaamde “exogene boosting” hypothese). Men neemt immers aan dat regelmatig contact van volwassenen met kinderen met varicella leidt tot een natuurlijke (exogene) boosting van de immuniteit tegen herpes zoster. In geval van veralgemeende vaccinatie zal er veel minder varicellazoster-virus circuleren, met dus een daling van de natuurlijke boosting, en een mogelijke toename van het risico van zona. Er bestaat nog veel onduidelijkheid over deze hypothese. In landen waar veralgemeende vaccinatie van kinderen tegen varicella reeds wordt toegepast (o.a. de Verenigde Staten) laten de gegevens over de incidentie van zona bij volwassenen geen conclusies toe5.

  • De farmaco-economische gevolgen (kostprijs van het vaccin; daling in de uitgaven door minder varicellacomplicaties bij kinderen, maar bijkomende uitgaven door bv. meer zona en meer ziektelast bij adolescenten en volwassenen) zijn niet duidelijk.

- Het BCFI volgt in het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium het huidige advies van de Hoge Gezondheidsraad, en beveelt de vaccinatie aan van bepaalde doelgroepen. Alvorens veralgemeende vaccinatie van kinderen tegen varicella aan te bevelen, zijn meer gegevens nodig, zowel qua risico-batenverhouding, als qua kosten-batenverhouding.

3 Varicella zoster-infecties: waterpokken en gordelroos (hoofdstuk 26). In: Handboek Vaccinaties. Deel B, Infectieziekten en vaccinaties (Van Gorcum); 2de editie (2013)

5 Varicella zoster-infecties: waterpokken en gordelroos (hoofdstuk 26). In: Handboek Vaccinaties. Deel B, Infectieziekten en vaccinaties (Van Gorcum), 2de editie (2013);

PLoS ONE 8:e66485 (doi:10.1371/journal.pone.0066485)