Tamoxifen in primaire preventie

Recent verschenen de preliminaire resultaten van een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde studie over 5 jaar naar het effect van tamoxifen op de incidentie van borstkanker bij vrouwen met hoog risico op deze aandoening, dus in primaire preventie. De grootte van het risico werd gedefinieerd in functie van borstcarcinoom bij verwanten en van de eigen anamnese. De resultaten na een mediane follow-up van 50 maanden waren als volgt.

  • Het risico van borstkanker (invasief en in situ ductaal carcinoom) was 32% [95%-betrouwbaarheidsinterval: 8 tot 50%] lager bij de vrouwen die tamoxifen (20 mg p.d.) kregen dan bij de vrouwen op placebo.
  • Behandeling met tamoxifen resulteerde in een statistisch significante toename van de incidentie van trombo-embolische accidenten en een niet-statistisch significante toename van de incidentie van endometriumcarcinoom.
  • De totale mortaliteit was in de tamoxifengroep verhoogd, zonder dat de onderzoekers voor deze onverwachte stijging een verklaring vonden.

De auteurs van een bijbehorend editoriaal besluiten dat chemopreventie van borstkanker op dit ogenblik een veelbelovend idee is. Voor tamoxifen laat het veiligheidsprofiel volgens deze auteurs in ieder geval geen gebruik in primaire preventie toe.

Naar

  • IBIS investigators: First results from the International Breast Cancer Intervention Study (IBIS-I): a randomised prevention trial. Lancet 360 : 817-824(2002)
  • L.S. Kinsinger en R. Harris: Chemoprevention of breast cancer: a promising idea with an uncertain future. Lancet 360 : 813-814(2002)

Nota van de redactie

In verband met tamoxifen, zie ook Folia juni en december 1995 en januari 1997 (tamoxifen en de uterus), augustus 1996 (tamoxifen bij primair borstcarcinoom), oktober 1998 (tamoxifen in primaire preventie van borstcarcinoom), en oktober en november 2001 (ongewenste effecten van tamoxifen).