Mucolytica bij chronische bronchitis en COPD
In 2001 verscheen in de British Medical Journal een systematisch overzicht van gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde studies naar het nut van orale mucolytica bij patiënten met chronische bronchitis (21 studies) of COPD (2 studies); in 12 studies ging het om acetylcysteïne (van 400 tot 1200 mg per dag), in 3 om carbocisteïne (2,25 tot 2,7 g per dag). De duur van de studies was minstens 2 maand en hoogstens 24 maand; 13 van de 23 studies duurden 6 maand. Regelmatig gebruik van mucolytica gedurende de studieperiode verminderde het aantal exacerbaties (berekend op 6 maand per patiënt, ongeveer een halve exacerbatie minder), de duur van de exacerbatie (berekend op 6 maand per patiënt, ongeveer 3 dagen minder), en het aantal dagen van antibioticumgebruik (berekend op 6 maand per patiënt, ongeveer 3 dagen minder). De onderzoekers berekenden dat zes patiënten gedurende gemiddeld 6 maand zouden moeten worden behandeld met een mucolyticum om één exacerbatie te voorkómen. In de weinige studies waarin dit werd onderzocht, kon geen effect op de longfunctie worden vastgesteld. Het is niet bekend of mucolytica het risico van hospitalisatie beïnvloeden. Kritische bedenkingenHoewel het systematisch overzicht statistisch significante resultaten in het voordeel van mucolytica toont, is de vraag of de grootte van het effect van de mucolytica, b.v. een afname van ongeveer een halve exacerbatie op 6 maand, klinisch relevant is. Ook vragen de onderzoekers zich af of de kosten-baten-verhouding van een behandeling wel positief is. Er zijn in de geselecteerde studies daarenboven een aantal methodologische problemen inzake randomisatie en blindering (één studie werd bijvoorbeeld niet blind uitgevoerd). De studies vertonen onderling ook een belangrijke heterogeniteit (b.v. in gebruikte comedicatie, in definiëring van de eindpunten, in ernst van de aandoening). Ook hadden de auteurs van de studies die in de meta-analyse waren ingesloten, vaak nauwe banden met het farmaceutisch bedrijf dat het onderzochte middel produceert. Bij verschillende studies werd noch bron van financiering noch belangenconflict vermeld. In de COPD-richtlijnen van de European Respiratory Society (1995), de British Thoracic Society (1997), de American Thoracic Society (1995), en de U.S. National Heart, Lung and Blood Institute/World Health Organisation [ Am J Respir Crit Care Med 163 : 1256-1276(2001) ] wordt systematisch gebruik van mucolytica niet aanbevolen [zie ook "Farmacotherapie bij chronisch obstructief longlijden, Folia september 2000 ]. Dit systematisch overzicht lijkt dus niets aan dit standpunt te wijzigen. In Clinical Evidence [7 de editie, juni 2002] wordt voor orale mucolytica een gunstig langetermijneffect bij patiënten met COPD vermeld. Hierbij baseren de auteurs zich op twee systematische overzichten van gerandomiseerde studies, gepubliceerd in 1995 respectievelijk 1999. De aard en de grootte van de effecten zijn vergelijkbaar met deze hierboven vermeld, en rekening houdend met de hierboven vermelde kritische bedenkingen, vragen we ons af of de uitspraak in Clinical Evidence gerechtvaardigd is. Naar
Nota van de redactieEen gedetailleerde discussie van deze meta-analyse kan gevonden worden in Geneesmiddelenbrief (driemaandelijks tijdschrift van de "Werkgroep Huisartsenformularium OCMW Gent") [ 8 : 15-19(2001) , of via de website http://www.farmaka.be ]. De titel van het artikel luidt "Orale mucolytica en chronische luchtwegaandoeningen: een storm in een glas mucus?". |