Voorschrijven op stofnaam (VOS)

Bij voorschrijven op stofnaam (VOS) gebruikt de arts of tandarts op het voorschrift de stofnaam, d.w.z. de "Algemene Internationale Benaming" (International Non-proprietary Name of INN), in plaats van de specialiteitsnaam. Het voorschrijven op stofnaam wordt in de ons omringende landen, o.a. Nederland en het Verenigd Koninkrijk, al geruime tijd op grote schaal toegepast. In België is sinds 1 oktober 2005 het voorschrijven op stofnaam en het vergoeden van op die manier voorgeschreven specialiteiten mogelijk. Volgens recente berekeningen van het RIZIV (cijfers Farmanet 4de boekhoudkundig kwartaal 2009) werden eind 2009 ongeveer 7% van de geneesmiddelen waarvoor een generiek beschikbaar is, voorgeschreven op stofnaam (persbericht RIZIV 6 mei 2010).


Voordelen van VOS

VOS laat artsen toe abstractie te maken van de vele verschillende merknamen, verpakkingsvormen en prijzen voor eenzelfde actief bestanddeel; mits een aantal specificaties wordt de keuze van de specialiteit overgelaten aan de apotheker die samen met de patiënt de meest aangewezen verpakkingsvorm kan kiezen, rekening houdende met de kost, maar ook met factoren zoals deelbaarheid en andere specificiteiten van een galenische vorm. Meer vertrouwd worden met de stofnaam is ook gunstig bij het lezen van wetenschappelijke literatuur. Ook bij het contact met de patiënt dient gebruik van de stofnaam aangemoedigd te worden: dit kan voorkomen dat de patiënt eenzelfde geneesmiddel onder verschillende merknamen bewaart in de huisapotheek, of dat de patiënt onterecht wordt behandeld met meerdere geneesmiddelen met eenzelfde actief bestanddeel. Er zijn ook budgettaire redenen voor de maatschappij om op stofnaam voor te schrijven: de apotheker kan het aspect "kost" laten doorwegen in de keuze van de specialiteit.


Bedenkingen bij VOS

Originele specialiteiten, generieken en kopieën met eenzelfde actief bestanddeel en eenzelfde sterkte en farmaceutische vorm zijn meestal zonder problemen onderling uitwisselbaar. De voor generieken vereiste bio-equivalentie ten opzichte van het referentiemiddel impliceert voor de meeste geneesmiddelen ook klinische equivalentie [zie ook Folia februari 2010 ]. Toch kan het soms aangewezen zijn om te kiezen voor een welbepaalde specialiteit.

  • Dit is het geval wanneer men weet dat de aanwezigheid van bepaalde hulpstoffen problemen kunnen stellen bij een patiënt (bv. gekende allergie aan deze hulpstoffen, aanwezigheid van natrium in bruispreparaten).
  • Voor geneesmiddelen met een nauwe therapeutisch-toxische marge (o.a. bepaalde antiepileptica en anti-aritmica) wordt best, eens gestart met een bepaalde specialiteit, niet zomaar overgeschakeld. Indien toch overgeschakeld wordt tijdens de behandeling, is het best de patiënt frequenter op te volgen om eventuele verschillen in respons tijdig te herkennen.
  • Zeker wanneer de patiënt reeds lange tijd dezelfde specialiteit neemt, kan verwarring ontstaan bij overschakelen, bijvoorbeeld omdat de verpakking, kleur, vorm, smaak anders is. Bij de initiële keuze van de specialiteit, maar zeker bij overschakelen van de ene specialiteit naar de andere is overleg met de patiënt essentieel om verwarring en wantrouwen te voorkomen. [Zie daaromtrent ook Folia februari 2006 en Folia februari 2010 ].

Praktische aspecten van VOS


De geldigheid van een VOS-voorschrift

Een geldig VOS-voorschrift moet volgende gegevens bevatten:

  • de stofnaam ("Algemene Internationale Benaming") van het actieve bestanddeel (of bestanddelen) (bv. amoxicilline), zoals gebruikt in het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium;
  • de toedieningsvorm en-weg (bv. druppels oraal, bruiscomprimés oraal);
  • de sterkte (bv. 500 mg);
    • ofwel het aantal gebruikseenheden per verpakking en het aantal verpakkingen (bv. 1 x 16 stuks of 1 x 100 compr.); het is aanbevolen om de dosis te vermelden, maar dit is geen vereiste. Slechts 1 verpakking per voorschrift kan worden terugbetaald, tenzij het gaat om geneesmiddelen met code "M" in de databank van de vergoedbare specialiteiten van het RIZIV (het gaat bv. om bepaalde insulinepreparaten; de databank is te consulteren via www.riziv.fgov.be/drug/nl/drugs/index.htm , klik "Farmaceutische specialiteiten" onder de rubriekstitel "Databanken").
    • ofwel de therapieduur in weken en/of dagen (bv. gedurende 5 dagen) en de dagdosis. Op dit ogenblik bedraagt de maximale te vermelden therapieduur 3 maanden, wat voorlopig geïnterpreteerd wordt als maximaal 92 dagen of 13 weken (situatie op 01/07/10). Er kunnen meerdere verpakkingen worden vergoed per voorschrift, voor zover het totaal aantal eenheden de vermelde behandelingsduur niet overschrijdt.

Alle vergoedbare geneesmiddelen voorgeschreven op stofnaam, worden aanzien als "goedkope geneesmiddelen" die dus meetellen bij de berekening van het percentage "goedkope geneesmiddelen" van de voorschrijver.


Het afleveren van een geneesmiddel voorgeschreven op stofnaam

Het RIZIV heeft een beslisboom uitgewerkt waarmee de apotheker rekening moet houden opdat een specialiteit zal worden vergoed.

  • 1. In eerste instantie wordt gekozen voor een "goedkoop geneesmiddel" (symbool in het Repertorium, op de BCFI-website).
  • 2. Indien punt 1 niet van toepassing is omdat geen dergelijk geneesmiddel op de markt beschikbaar is, is vergoeding mogelijk voor een "geneesmiddel met supplement bij het remgeld" (symbool in het Repertorium, op de BCFI-website).
  • 3. Indien punten 1 en 2 niet van toepassing zijn omdat geen dergelijke geneesmiddelen beschikbaar zijn, is vergoeding mogelijk voor een geneesmiddel waarvoor geen "goedkoop" alternatief met hetzelfde actief bestanddeel bestaat (symbool in het Repertorium, op de BCFI-website).

De apotheker zal bij de keuze van de specialiteit vanzelfsprekend rekening houden met de persoonlijke voorkeur van de patiënt en de hierboven besproken beperkingen. Er kan dus van de beslisboom afgeweken worden, en gekozen worden voor een "niet-goedkope" specialiteit, maar de apotheker moet dit kunnen verantwoorden. De patiënt dient gewezen te worden op de meerkost van zijn keuze.

In het kader van het nieuwe vergoedingssysteem voor apothekers ontvangt de apotheker bij de uitvoering van een voorschrift op stofnaam een bijkomend honorarium ten laste van het RIZIV wanneer het gaat om een geneesmiddel dat is opgenomen in het referentieterugbetalingssysteem (het betreft dus specialiteiten met symbool of op de BCFI-website) [zie ook Folia mei 2010 ]. Wanneer gekozen wordt voor een "niet-goedkope specialiteit" ( op de BCFI-website) in plaats van een "goedkope" specialiteit ( op de BCFI-website) moet dit verantwoord worden op het voorschrift.


De "VOS-groepen"

Om VOS operationeel te maken voor de dagdagelijkse praktijk, werden zogenaamde "VOS-groepen" gedefinieerd; een VOS-groep is een groep van specialiteiten met eenzelfde actief bestanddeel (of bestanddelen), eenzelfde toedieningsweg en eenzelfde sterkte. De lijst van VOS-groepen is voorlopig enkel beschikbaar als pdf-bestand, maar er wordt gewerkt aan een praktischer model dat ook kan ingewerkt worden in de voorschrijfmodule van het elektronisch medisch dossier. Mits het bijkomend aanduiden van al dan niet verplichte specificaties (de wijze van vrijstelling, onmiddellijk of vertraagd, is bijvoorbeeld een verplichte specificatie) zal de apotheker de juiste keuze kunnen maken.


Nota

  • Dit artikel is een poging om het systeem van "Voorschrijven op stofnaam" te verduidelijken. We beseffen dat het voorschrijven op stofnaam in de praktijk moeilijk is gezien aan een aantal randvoorwaarden nog niet is voldaan. Alle suggesties of commentaren zijn zeker welkom op ons correspondentie-adres ( redactie@bcfi.be).
  • Om de gezondheidswerkers te helpen schreef het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) een nota om de "VOS"-regelgeving werkbaar te maken (zie "Enkele referenties"). Op basis van deze nota, is een praktisch werkproces opgesteld door het BCFI om de gecommercialiseerde geneesmiddelen te classificeren in "VOS-groepen" met de eventuele overeenkomstige specificaties (cf. supra).

Enkele referenties

  • Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). Voorschrijven op stofnaam. Voorstellen voor de praktische toepassing in de medische praktijk en in het medisch elektronisch dossier. Via www.fagg.be (klik rechts "Voorschrijven op stofnaam (VOS)") of via www.bcfi.be/download/ index.cfm?onderdeel=vos
  • RIZIV, www.riziv.fgov.be/drug/nl/drugs/index.htm
    • "Voorschrift op stofnaam"
    • "Veel gestelde vragen (FAQ)"
  • Anoniem.: Penser et prescrire en DCI. Une bonne pratique professionelle. La Revue Prescrire 2000; 20: 606- 623. (Engelse tekst in Prescire International 2000; 9: 184-90 ). Zie ook website van La Revue Prescrire: www.prescire.org , klik "Priorité à la DCI"