Prenatale corticotherapie

In de Folia van februari 2000 verscheen het artikel ""Prenatale corticotherapie&quot. Er werd vermeld dat prenatale toediening van corticosteroïden bij premature baby' s leidt tot een daling van de incidentie van "respiratory distress&quot syndroom, alsook tot een daling van de incidentie van bloedingen ter hoogte van de hersenventrikels, van necroserende enterocolitis en van neonatale mortaliteit. Er werd ook vermeld dat de resultaten van gerandomiseerde studies enkel kinderen betreffen van moeders bij wie een eenmalige kuur was toegepast, maar dat in een aantal gevallen een bijkomende kuur (met maximum 3 à 4 kuren) kan worden overwogen.

Naar aanleiding van dit artikel vestigde een arts onze aandacht op het feit dat herhaaldelijke prenatale corticotherapie niet enkel voordelen heeft voor de foetus, maar ook een risico geeft van ongewenste effecten zoals groeivertraging, daling van de schedelomtrek, stoornissen in de glykemiecontrole en inhibitie van de hypothalamus-hypofyse-bijnieras.

Recent verschenen een artikel in de Brit Med J [320 : 325-326(2000) ] en een commentaar in de Lancet [355 : 251-252(2000) ] in verband met prenatale corticotherapie. In deze bijdragen wordt vermeld dat de veiligheid van herhaaldelijke kuren van corticosteroïden, toegediend vóór de geboorte, niet is onderzocht in gerandomiseerde studies. De resultaten van retrospectieve observationele studies suggereren mogelijke nefaste gevolgen bij het kind (o.a. wijzigingen in de controle van de glykemie, waterretentie bij gelijktijdig gebruik van tocolytica, en inhibitie van de hypothalamus-hypofyse-bijnieras) en bij de moeder (o.a. tijdelijke toename van de botresorptie, osteonecrose van de femurkop). Men verwijst ook naar een recente cohortstudie bij 477 prematuren: de resultaten tonen groeivertraging en een daling van de schedelomtrek bij kindjes wiens moeder meerdere kuren corticosteroïden had gekregen.

De auteurs voegen toe dat er onvoldoende gegevens zijn over de doeltreffendheid van herhaalde kuren ten opzichte van slechts één kuur. Ze besluiten dat aan vrouwen met risico van premature bevalling een eenmalige kuur zou moeten worden toegediend, en dat herhaalde kuren enkel zouden mogen worden toegediend in het kader van gerandomiseerde studies waarbij de risico-batenverhouding van herhaalde kuren ten opzichte van een eenmalige kuur wordt onderzocht.