16. Oftalmologie

Ongewenste effecten

  • Allergische reacties op oftalmologische middelen zijn frequent; deze mogen niet verward worden met de initiële klachten.
  • Bewaarmiddelen zijn aanwezig in vele geneesmiddelen voor oftalmologisch gebruik. Deze kunnen, zoals de hulpstoffen en de actieve bestanddelen, aanleiding geven tot allergische reacties (vooral benzalkoniumchloride en parabenen), en kunnen de stabiliteit van de traanfilm verstoren. Bij patiënten met problemen in verband met de traanfilm of met allergische conjunctivitis zal dan ook de voorkeur gegeven worden aan producten die geen bewaarmiddel bevatten. De bewaarmiddelen worden bij de specialiteiten vermeld.
  • Oogzalven kunnen interfereren met de stabiliteit van de traanfilm en droogheid van de ogen verslechteren.
  • Lokaal toegepaste middelen kunnen theoretisch dezelfde ongewenste effecten geven als deze die bij hun systemische toediening optreden. Dit risico is meestal zeer klein aangezien de hoeveelheid die de algemene circulatie bereikt gering is. Bij de oftalmologische middelen waar dit risico toch belangrijk kan zijn, wordt dit vermeld.
  • Zwangerschap en borstvoeding: voor de meeste lokaal toegepaste geneesmiddelen is de kans op problemen tijdens de zwangerschap en de periode van borstvoeding klein wegens de lage systemische concentratie.

Bijzondere voorzorgen

  • Een aantal bereidingsvormen op basis van corticosteroïden, corticosteroïden + antibiotica, antiallergica en antiglaucoommiddelen zijn oogsuspensies; het is belangrijk ze goed te schudden vóór gebruik.
  • Contactlenzen: bij het indruppelen van oogdruppels mogen geen zachte contactlenzen gedragen worden, tenzij het de bedoeling is de lenzen vochtig te houden. Lenzen mogen ten vroegste 15 minuten na indruppelen van oogdruppels opnieuw aangebracht worden. Bij bepaalde lokale behandelingen ter hoogte van het oog (bv. met corticosteroïden) is gebruik van contactlenzen (harde en zachte) gecontra-indiceerd. Gebruik van orale contraceptiva (vooral combinatiepreparaten met hoog gedoseerd estradiol) kunnen aanleiding geven tot intolerantie voor contactlenzen.
  • Het risico van systemische effecten wordt tegengegaan door dichtdrukken van het nasolacrimale kanaal ter hoogte van de binnenste ooghoek gedurende 1 à 2 minuten en de ogen gesloten te houden (zonder knipperen).
  • De meeste verpakkingen mogen niet langer dan één maand na opening worden gebruikt (en niet langer dan 24 uur voor de specialiteiten voor éénmalig gebruik).

16.1.Anti-infectieuze middelen

16.2.Antiallergische en anti-inflammatoire middelen

16.3.Mydriatica - Cycloplegica

16.4.Antiglaucoommiddelen

16.5.Lokale anesthetica

16.6.Kunsttranen

16.7.Diagnostica in de oftalmologie

16.8.Middelen bij oogchirurgie

16.9.Middelen gebruikt bij netvliesaandoeningen

16.10.Autologe corneale epitheelcellen