Ciprofloxacine auric./ocul.

ATC: S03AA07

Ciloxan
Ouderenzorg

Selecties

Neus-keel-oren

  • Chronische suppuratieve otitis media: na droge reiniging* van de uitwendige gehoorgang.

* doorverwijzing voor een gespecialiseerde reiniging vaak geïndiceerd, vanwege comorbiditeiten (diabetes, immunodepressie) of ernst van de symptomen.

Motivatie

  • Klinische onderzoeken hebben de werkzaamheid van topische antibiotica bij chronische suppuratieve otitis media aangetoond, zonder uitgesproken verschil tussen de verschillende antibiotica (chinolonen versus niet-chinolonen)​​​​​​​​​​. ​​​​​​​​
  • Neomycine en polymyxine B zijn ototoxisch en hun gebruik wordt afgeraden​​​​​​​​​​.
  • Enkel ciprofloxacine is geregistreerd voor gebruik in het oor bij een geperforeerd trommelvlies.
  • Ciprofloxacine lokaal is geselecteerd.

Indicatie
Chronische suppuratieve otitis media
Criteria voor
de selectie
Werkzaamheid +
Veiligheid +
Gebruiksgemak
Prijs
Expert
consensus


Dosering

Geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd.
Oor vooraf droog reinigen.
In zijligging in de gehoorgang indruppelen. Nadien 2 tot 5 minuten in dezelfde houding blijven liggen.
De druppelteller mag niet in contact komen met de oorschelp of uitwendige gehoorgang (om contaminatie te voorkomen).
Indien geen klinische verbetering is opgetreden, opnieuw de behandeling evalueren en de patiënt onderzoeken.
  • 3 tot 4 druppels, 2 tot 4 maal per dag; 5 tot max. 7 dagen.

In geval van nierfalen

  • Er is geen onderzoek verricht bij patiënten met nierfunctiestoornissen.

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • Voorzorgsmaatregelen voor gebruik zijn dezelfde als voor jongere mensen.
  • Peesontstekingen en -scheuren kunnen voorkomen bij systemische behandeling met fluorochinolonen, waaronder ciprofloxacine, vooral bij oudere patiënten en patiënten die gelijktijdig behandeld worden met corticosteroïden. Daarom moet de behandeling met Ciprofloxacine oog- en oordruppels stopgezet worden bij de eerste tekenen van een peesontsteking.
  • zie ook 16.1 Anti-infectieuze middelen en 16 Ophtalmologie.

De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

  • Zie 16. Oftalmologie
  • Allergie (vooral met neomycine en framycetine).
  • Chlooramfenicol: na langdurig lokaal gebruik (> 1 maand): geïsoleerde gevallen van myelodysplasie; zeer zelden hematopoëtische hypoplasie of aplasie. Toename van het risico van cataract bij patiënten met G6PD-deficiëntie.
  • Langdurig lokaal gebruik van antivirale middelen kan leiden tot oppervlakkige keratitis.

Interacties

  • Vermijd de combinatie van langdurig gebruik van chlooramfenicol met andere producten die het beenmerg kunnen onderdrukken.

Contra-indicaties

  • Bacitracine + neomycine: nierinsufficiëntie (SKP).
  • Chlooramfenicol : zwangerschap en borstvoeding, hematopoëtische stoornissen, G6PD-deficiëntie.
  • Dexamethason: schimmelinfecties aan het oog, Herpes simplex-keratitis, oculaire tuberculose, glaucoom en oppervlakkige beschadiging van het cornea-epitheel.

Prijstabel