Selecties

Ademhalingsstelsel :

  • Astma:
    • Symptomatische behandeling volgens noodzaak* : eerste keuze tenzij contra-indicatie of intolerantie.
    • Acute aanval (eventueel in combinatie met methylprednisolon).
  • COPD:
    • Acute exacerbatie.
    • Symptomatische behandeling volgens noodzaak: eerste stap, keuze tussen salbutamol en ipratropium, afhankelijk van de patiëntkarakteristieken.

* Bij te frequent gebruik van ‘zo nodig’ bronchodilatoren (SABA, of als alternatief SAMA), moet toevoeging van inhalatiecorticosteroïden (ICS) snel worden overwogen (zie 4.1. Astma en COPD rubriek “Plaatsbepaling”).

Motivatie

MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE

  • Astma : Acute astma-aanval en symptomatische behandeling volgens noodzaak : Kortwerkende β2-mimetica zijn de basisbehandeling van de acute astma-aanval bovenop de eventuele bestaande onderhoudsbehandeling (internationale aanbevelingen). De werkzaamheid van kortwerkende β2-mimetica bij astma is beter dan die van kortwerkende anticholinergica. Zij zijn daarom de eerste keuze.
  • COPD - Acute exacerbatie : Richtlijnen​​​​​​​​​​​​​​​​​​ bevelen kortwerkende bronchodilatatoren aan.
  • COPD - Symptomatische behandeling volgens noodzaak :
    • Kortwerkende bronchodilatoren (ipratropium en salbutamol) zijn werkzaam.
    • Ipratropium en salbutamol zijn de enige beschikbare kortwerkende bronchodilatoren via inhalatie.
    • Bij de keuze tussen ipratropium en salbutamol bij COPD zijn volgende gegevens belangrijk :
      • Er is met de kortwerkende anticholinergica mogelijk wat meer effect op de levenskwaliteit t.o.v. kortwerkende β2-mimetica​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​.
      • Bij kortwerkende anticholinergica worden minder ongewenste effecten waargenomen dan bij kortwerkende β2- mimetica​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​.

Indicatie
Acute astma-aanval - Eventueel met methylprednisolon - Eerste stap Astma - symptomatische behandeling volgens noodzaak - Eerste keuze tenzij contra-indicatie of intolerantie COPD - Acute exacerbatie - Eerste stap - Keuze tussen salbutamol en ipratropium COPD - Symptomatische behandeling volgens noodzaak - Eerste stap - Keuze tussen salbutamol en ipratropium
Criteria voor
de selectie
Werkzaamheid + + + +
Veiligheid
Gebruiksgemak
Prijs
Expert
consensus
+ + +

"

Dosering

Bij ouderen starten met de laagste dosis.
Bij ouderen is herhaalde evaluatie van de inhalatietechniek wenselijk (zie ook instructiefilmpjes).
Bij de keuze van een device dient er rekening gehouden te worden met de cognitieve status, hand-longcoördinatie en de inspiratiekracht*.

  • Dosisaerosol en inhalatiepoeder (100µg​ / 1dos.) : 100 µg tot 200 µg in één inname, tot 4 x per dag (‘as needed’); het tijdsinterval tussen 2 opeenvolgende inhalaties is 1 minuut en tussen twee toedieningen 4 tot 6 uur.
  • Verneveloplossing (5mg/1ml) : 0,5 tot 1 ml (= 10 tot 20 druppels = 2,5 tot 5 mg salbutamol) in 2 tot 4 ml fysiologische oplossing ; maximum 4 keer per dag.

*Beschikbare toedieningsvormen voor Salbutamol inhalatie 100 µg/ 1 dos.
  1. Dosisaerosol : gedurende 10 sec goed schudden vóór gebruik. Het toevoegen van een voorzetkamer heeft het voordeel dat minder synchronisatie vereist is tussen het ogenblik van vrijstelling van de dosis en dat van inhalatie. Bij oudere patiënten met synchronisatieproblemen wordt een voorzetkamer geadviseerd.
    • dosisaerosol zonder ademgestuurd doseerventiel.
    • dosisaerosol met ademgestuurd doseerventiel (Autohaler®) : bij een verminderde hand-longcoördinatie kan deze inhalator eventueel aangewezen zijn. Hiervoor moet de patiënt wel de adem minstens vijf seconden kunnen inhouden.
  2. Inhalatiepoeder (patroon) Novolizer : voldoende ademspierkracht is vereist omdat het product vrijkomt door inademing (zonder drijfgas). Het is nodig om eerst zeer krachtig uit te ademen om zo een snelle en diepe inademing te bekomen (bij ouderen is dat niet altijd mogelijk).

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • Bij de verneveloplossing contact met de ogen vermijden bij het verneveling.
  • Voorzichtigheid geboden bij ischemische hartaandoeningen, ritmestoornissen, ernstig hartfalen en hyperthyreose.

De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

  • Bij inhalatie van middelen kunnen systemische effecten optreden, zij het minder dan bij systemische toediening.
  • Nervositeit, slapeloosheid, hoofdpijn, tremoren.
  • Palpitaties, tachycardie, verhoogde bloeddruk, aritmieën (zelden).
  • Hypokaliëmie bij hoge doses bij parenterale toediening of na verneveling.
  • Zelden: paradoxale bronchospasmen (vooral bij jonge kinderen); tijdelijke verhoogde lactaatspiegel.
  • Voor de ongewenste effecten van salbutamol bij tocolyse, zie 6.4.2. Tocolytica

Interacties

Contra-indicaties

Prijstabel