Ipratropium

ATC: R03BB01

Atrovent
Ouderenzorg

Selecties

Ademhalingsstelsel

  • Astma :
    • Symptomatische behandeling volgens noodzaak*, als er contra-indicatie of intolerantie is met salbutamol (eerste keuze).
    • Acute aanval (eventueel in combinatie met methylprednisolon).
  • COPD :
    • Acute exacerbatie.
    • Symptomatische behandeling volgens noodzaak: eerste stap, keuze tussen ipratropium en salbutamol, afhankelijk van de patiëntkarakteristieken.

* Bij te frequent gebruik van ‘zo nodig’ bronchodilatoren (SABA, of als alternatief SAMA), moet toevoeging van inhalatiecorticosteroïden (ICS) snel worden overwogen (zie 4.1. Astma en COPD rubriek “Plaatsbepaling”).

Motivatie

MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE

  • Astma - Acute aanval : Het effect van een kortwerkend anticholinergicum (ipratropium) bij een acute astma-aanval is minder uitgesproken dan dat van een kortwerkend β2-mimeticum​​​​​​​​​​​​. Het kan een alternatief zijn in geval van contra-indicaties voor een β2-mimeticum.
  • Astma - Symptomatische behandeling volgens noodzaak : Kortwerkende anticholinergica via inhalatie hebben bij de symptomatische behandeling van chronisch astma een plaats na bèta2-mimetica​​​​​​​​​​ en zijn te verkiezen wanneer bèta2-mimetica gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden. Ipratropium is het enig beschikbare kortwerkend anticholinergicum.
  • COPD - Acute exacerbatie : Indien een kortwerkend β2-mimeticum niet verdragen wordt of gecontraïndiceerd is, kan een kortwerkend anticholinergicum gebruikt worden.
  • COPD - Symptomatische behandeling volgens noodzaak :
    • Kortwerkende bronchodilatoren (ipratropium en salbutamol) zijn werkzaam.
    • Ipratropium en salbutamol zijn de enige beschikbare kortwerkende bronchodilatoren via inhalatie.
    • Bij de keuze tussen ipratropium en salbutamol bij COPD zijn volgende gegevens van belang :
      • Er is met de kortwerkende anticholinergica mogelijk wat meer effect op de levenskwaliteit t.o.v. kortwerkende β2-mimetica​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​.
      • Bij kortwerkende anticholinergica worden minder ongewenste effecten waargenomen dan bij kortwerkende β2- mimetica​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​.
      • Ze hebben beiden een te verwaarlozen invloed op de longfunctie (Cochrane review)​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​.

Indicatie
Acute astma-aanval - Eventueel met methylpredinisolon - Alternatief bij contra-indicatie of intolerantie voor salbutamol (1e keus) Astma - symptomatische behandeling volgens noodzaak - Alternatief bij contra-indicatie of intolerantie voor salbutamol (1e keus) COPD - Acute exacerbatie - Eerste stap - Keuze tussen ipratropium en salbutamol COPD - Symptomatische behandeling volgens noodzaak - Eerste stap - Keuze tussen ipratropium en salbutamol
Criteria voor
de selectie
Werkzaamheid +/- +/- + +
Veiligheid
Gebruiksgemak
Prijs
Expert
consensus


Dosering

Geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd (maar zie rubriek "Bijzondere voorzorgen")
Bij ouderen is herhaalde evaluatie van de inhalaietechniek wenselijk (zie ook instructiefilmpjes).
De ​dosis moet worden aangepast volgens de ernst van de symptomen en op geleide van het bekomen resultaat.​
  • Verneveloplossing: 250 µg tot 500 µg 3 tot 4 maal per dag. Om een efficiënte verneveling te bewerkstelligen, wordt best een totaal volume van 3 à 4 ml gebruikt, eventueel door aan te lengen met fysiologische zoutoplossing, en een gevalideerde vernevelaar.
  • Dosisaerosol*: 1 à 2 puffs (40 µg) 3 tot 4 maal per dag; maximum 12 puffs per 24 uur.

* dosisaerosol: gedurende 10 sec goed schudden vóór gebruik.Het toevoegen van een voorzetkamer heeft het voordeel dat minder synchronisatie vereist is tussen het ogenblik van vrijstelling van de dosis en dat van inhalatie. Bij oudere patiënten met synchronisatieproblemen wordt een voorzetkamer geadviseerd.

In geval van nierfalen

  • Geen dosisaanpassing bij nierinsufficiëntie.

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • Ouderen zijn gevoeliger aan anticholinergische effecten en een dosisvermindering kan soms aangewezen zijn.
  • Voorzichtigheid bij patiënten met verhoogde gevoeligheid voor geslotenhoekglaucoom, uitgesproken prostaathypertrofie of urineretentie ten gevolge van obstructie t.h.v. de blaashals,
  • Voorzichtigheid bij patiënten met verhoogd cardiovasculair risico (waaronder arrythmieën, recent myocard infarct, ernstig hartfalen),
  • Contact met de ogen vermijden (risico van pupil-verwijding, verhoogde oogdruk, accommodatiestoornissen…),


De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

  • Bij inhalatie van middelen kunnen systemische effecten optreden, zij het minder dan bij systemische toediening. Anticholinerge ongewenste effecten zijn onder andere: monddroogte, hartkloppingen, obstipatie, moeilijke mictie, urineretentie (zie Inl.6.2.3. Anticholinerge ongewenste effecten).
  • De mogelijkheid van ernstige cardiale ongewenste effecten door LAMA’s blijft controversieel maar recente gegevens zijn geruststellend; er bestaat echter nog steeds een vermoeden van cardiovasculaire events bij het begin van de behandeling of bij een verhoging van de dosis.
  • Zelden: paradoxale bronchospasmen.

Interacties

Prijstabel