De Women’s Health Initiative-studie over postmenopauzale hormonale substitutietherapie: de studie over geconjugeerde oestrogenen alleen werd vroegtijdig gestopt door verhoogd risico van cerebrovasculaire accidenten 5 maart 2004

 

De Women’s Health Initiative-studie is een gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde studie bij postmenopauzale vrouwen zonder antecedenten van coronairlijden, naar het effect van hormonale substitutietherapie (HST) op het risico van cardiovasculaire accidenten.

-          Bij de vrouwen met uterus ter plaatse ging de studie over HST op basis van de combinatie van geconjugeerde oestrogenen en medroxyprogesteronacetaat.

-          Bij de vrouwen die hysterectomie hadden ondergaan ging de studie over HST op basis van geconjugeerde oestrogenen alleen.

 

In juli 2002 werd het deel van de studie over HST op basis van de combinatie van geconjugeerde oestrogenen en medroxyprogesteronacetaat, vroegtijdig gestopt, in de eerste plaats omwille van een verhoogd risico van borstkanker, maar er was ook een verhoogd risico van coronaire en cerebrovasculaire accidenten [zie Folia november 2002  en oktober 2003]. De studie-arm over HST op basis van geconjugeerde oestrogenen alleen, werd op dat ogenblik niet gestopt.

 

De National Institutes of Health (NIH) in de Verenigde Staten hebben op 2 maart 2004 aangekondigd dat nu ook de studie-arm met HST op basis van geconjugeerde oestrogenen alleen, vroegtijdig is gestopt, en dit na gemiddeld bijna 7 jaar follow-up [zie ook website National Institutes of Health ]. Reden daarvoor is een verhoogd risico van cerebrovasculaire accidenten ; deze risicoverhoging is vergelijkbaar met deze die werd gezien met de combinatie van geconjugeerde oestrogenen en medroxyprogesteronacetaat (8 bijkomende gevallen van cerebrovasculair accident per jaar per 10.000 vrouwen) [zie hoger]. Er was geen effect van de geconjugeerde oestrogenen op het risico van coronaire accidenten of borstkanker, terwijl er wel een daling was van het risico van heupfractuur. Deze resultaten zijn nog niet gepubliceerd, maar publicatie wordt verwacht binnen de twee maand.

 

De resultaten versterken in ieder geval de conclusie in de Folia van oktober 2003 dat het voordeel van hormonale substitutie gedurende lange termijn bij de meeste vrouwen niet zal opwegen tegen de risico’s, en dat ook behandeling gedurende korte termijn voor postmenopauzale klachten moet gebeuren na afwegen, bij elke vrouw, van de voor- en nadelen, met regelmatige herevaluatie van de noodzaak van de behandeling.