Recente Informatie juli 2015: anakinra, daclatasvir, empagliflozine, ciclesonide, acetylsalicylzuur 80 mg 2 juli 2015

: geneesmiddel onder aanvullende monitoring, waarvoor het melden van ongewenste effecten aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking wordt aangemoedigd.

- Anakinra (Kineret®; hoofdstuk 12.3.2.16.), een inhibitor van de interleukine 1-receptor, is een immunosuppressivum voorgesteld voor de behandeling van reumatoïde artritis in associatie met methotrexaat bij patiënten die niet voldoende reageren op methotrexaat alleen. Anakinra is reeds meerdere jaren gecommercialiseerd in andere Europese landen. Anakinra wordt subcutaan toegediend aan één injectie per dag.  Reacties op de injectieplaats zijn zeer frequent. Anakinra heeft daarenboven dezelfde ongewenste effecten en contra-indicaties als de andere immunosuppressiva. De immunosuppressiva kunnen nuttig zijn bij bepaalde patiënten die niet voldoende reageren op de disease modifiers (DMARD’s of disease modifying antirheumatic drugs). Het is echter niet bewezen dat anakinra een meerwaarde heeft in termen van doeltreffendheid, veiligheid of gebruiksgemak ten opzichte van andere antireumatica zoals de TNF-remmers.[1]

- Daclatasvir (Daklinza®; hoofdstuk 11.4.4.) is een nieuw antiviraal middel, voorgesteld voor de behandeling van hepatitis C. Het gaat om een inhibitor van het virale NS5A-eiwit voor gebruik in associatie met andere antivirale middelen (bv. peginterferon alfa, ribavirine, sofosbuvir). De ongewenste effecten van daclatasvir zijn vooral moeheid, hoofdpijn en nausea. Daclatasvir is een substraat van CYPA4 en van P-gp, en een inhibitor van P-gp, wat kan leiden tot een verhoogd risico van interacties (zie tabel Ib en Id in de Inleiding van het Repertorium). Zoals met de andere specifieke antivirale middelen tegen hepatitis C, werden in de klinische studies bemoedigende resultaten gerapporteerd in verband met virologische respons (eradicatiegraad van > 90% in associatie met sofosbuvir), maar de ongewenste effecten op lange termijn van dergelijke antivirale associaties zijn nog niet goed bekend. Daclatasvir wordt terugbetaald in hospitaalmilieu onder bepaalde voorwaarden. Gezien de nog beperkte ervaring en de zeer hoge kostprijs is de plaats van daclatasvir, zoals deze van de andere antivirale middelen tegen hepatitis C, nog zeer beperkt.[2] [Zie ook Folia september 2014]

- Empagliflozine (Jardiance®; hoofdstuk 5.1.9.) is een inhibitor van de natriumglucose-cotransporter 2 (SGLT2) ter hoogte van de nieren, zoals canagliflozine (Invokana®, zie  Folia januari 2015). Hun hypoglykemiërend effect berust op een vermindering van de terugresorptie van glucose in de nieren, met uitlokking van glucosurie. Gliflozinen worden gebruikt bij type 2-diabetes, in monotherapie of in associatie met andere antidiabetica. Hun effect op de complicaties van diabetes is niet bekend. De ongewenste effecten van gliflozinen zijn vooral urinaire infecties, vulvovaginale candidose, gastro-intestinale stoornissen, polyurie met risico van dehydratie en hypotensie. Gevallen van diabetische acidoketose werden recent gerapporteerd bij patiënten behandeld met gliflozinen [zie bericht van 19/06/15 in de rubriek «Goed om te weten » op onze website] wat nog meer aanmaant tot  voorzichtigheid bij patiënten met risico van volumedepletie of met verminderde nierfunctie. Rekening houdend met de beperkte doeltreffendheid van gliflozinen op de HbA1c-waarden, de onzekerheden in verband met de veiligheid, en de nog beperkte ervaring  zijn gliflozinen geen eerstekeuzeantidiabetica.[3]

- De specialiteit Alvesco® is uit de markt genomen, en er bestaat geen specialiteit meer op basis van ciclesonide. Ciclesonide is een corticosteroïd dat, via inhalatie, voorgesteld wordt bij de behandeling van persisterend astma.

- De specialiteit Cardiphar®, een niet- maagsapresistent preparaat op basis van 80 mg acetylsalicylzuur, is uit de markt genomen. Acetylsalicylzuur 80 mg is nog beschikbaar onder vorm van maagsapresistente comprimés (Asaflow®).



[1]Australian Prescriber 2004;27:160-1; La Revue Prescrire 2003;23:577; Pharma Selecta 2002;18:105-7

 

[2]La Revue Prescrire 2014; 34:757-765

[3]Pharma Selecta 2015, 5  (via www.pharmaselecta.nl)