Intensieve behandeling van type-I-diabetes: langetermijneffecten

De intensieve aanpak van type 1-diabetes was reeds onderwerp van meerdere commentaren in de Folia [ Folia maart 1995, Folia oktober 1995, Folia maart 1996, Folia april 1998 en Folia februari 1999 ]. De resultaten van de DCCT-studie (,,Diabetes Control and Complications Trial&quot) toonden dat intensieve insulinetherapie de microvasculaire complicaties (retino-pathie, nefropathie, neuropathie) verminderen in vergelijking met conventionele insulinetherapie. In deze prospectieve studie waren 1.441 patiënten ingesloten, die werden gevolgd gedurende gemiddeld 6,5 jaar.

In de New England Journal of Medicine werden recent de resultaten van de EDIC-studie ("Epidemiology of Diabetes Interventions and Complications&quot) gepubliceerd, een prospectieve observationele studie gedurende 4 jaar, volgend op de DCCT-studie. Aan het einde van de DCCT-studie hebben de meeste patiënten de intensieve insulinetherapie verdergezet, of zijn op een dergelijke behandeling overgeschakeld; de aanpak werd medegedeeld aan de behandelende artsen. In de EDIC-studie werd de evolutie van deze patiënten geëvalueerd, zowel de evolutie van de glykemiecontrole, als de evolutie van de retinopathie en nefropathie.

  • Voor wat betreft de glykemiecontrole tonen de resultaten van de EDIC-studie dat bij de patiënten die in de DCCT-studie intensieve insulinetherapie hadden gekregen, de gemiddelde waarde van het geglycosyleerd hemoglobine progressief opnieuw was gestegen van 7,2 tot 7,9%; daarentegen was bij de patiënten die in de DCCT-studie conventionele insulinetherapie hadden gekregen en in de EDIC-studie waren overgeschakeld op intensieve insulinetherapie, de waarde van het geglycosyleerd hemoglobine gedaald van 9,1% naar 8,2%.
  • Voor wat betreft de evolutie van retinopathie en nefropathie tonen de resultaten dat de daling van de progressie van deze complicaties dankzij intensieve insulinetherapie gedurende 6,5 jaar in de DCCT-studie, blijft bestaan gedurende de 4 jaar van intensieve insulinetherapie in de EDIC-studie, en dit ondanks een zekere toename van de glykemie.

De auteurs besluiten dat bij patiënten met type 1-diabetes, een intensieve insulinetherapie zo snel mogelijk zou moeten worden ingesteld, en dat deze zo lang mogelijk moet worden verdergezet.

Naar

  • The Diabetes Control and Complications Trial/Epidemiology of Diabetes Interventions and Complications Research Group: retinopathy and nephropathy in patients with type 1 diabetes four years after a trial of intensive therapy. N Engl J Med 342 : 381-389(2000)
  • A. J. Scheen: L’après DCCT, l’étude EDIC. Rev Med Liege 55 : 187-189(2000)