Recente informatie

  • Hoofdstuk 1.4.8. Exforge® (beschikbaar sinds juni 2007) is een nieuwe associatie op basis van de calciumantagonist amlodipine en de angiotensine-II- receptorantagonist valsartan, en wordt voorgesteld voor de behandeling van arteriële hypertensie. De ongewenste effecten, interacties en bijzondere voorzorgen zijn deze van de individuele bestanddelen. Een dergelijke associatie is zeker niet aangewezen als startbehandeling van hypertensie [zie daaromtrent ook Folia april 2007].
  • Hoofdstuk 1.7. De specialiteiten op basis van buflomedilhydrochloride onder vorm van comprimés aan 300 mg en aan 600 mg (Loftyl® en generieken) zijn in juni 2007 van de markt genomen omwille van een verhoogd risico van neurologische en cardiale ongewenste effecten, vooral bij hoge doses [zie Folia februari 2007 ].
  • Hoofdstuk 3.1. Darifenacine (Emselex®) (beschikbaar sinds juni 2007) is een selectieve M3-muscarinereceptorantagonist, en wordt voorgesteld voor de behandeling van urge-incontinentie door blaashyperactiviteit. Het is niet bewezen dat darifenacine voordelen biedt ten opzichte van de andere anticholinergica gebruikt bij blaasproblemen, zoals oxybutynine, solifenacine en tolterodine. Zoals voor de andere anticholinergica, zijn de belangrijkste ongewenste effecten anticholinerge verschijnselen; deze zijn dosisafhankelijk. Darifenacine wordt vooral door CYP2D6 en CYP3A4 afgebroken; een verhoging van de plasmaconcentraties is dan ook mogelijk bij gelijktijdig gebruik van inhibitoren van CYP2D6 of van CYP3A4 [zie CYP-tabel op blz. 4 van het Repertorium].
  • Hoofdstuk 3.3.3. Sildenadil, een fosfodiësterase type 5-inhibitor die reeds beschikbaar is onder de specialiteitsnaam Viagra® voor de behandeling van erectiestoornissen, is sinds juni 2007 beschikbaar onder de specialiteitsnaam Revatio® voor de behandeling van arteriële pulmonale hypertensie (NYHA klasse III). Het gaat om een weesgeneesmiddel met specifieke registratie- en terugbetalingsprocedures.
  • Hoofdstuk 5.2.6. Lumiracoxib (Prexigem®) (beschikbaar sinds juli 2007) is een nieuw COX-2-selectief niet-steroïdaal anti-inflammatoir middel (NSAID), en wordt voorgesteld voor de symptomatische behandeling van artrose. De ongewenste effecten, contra-indicaties en voorzorgen zijn, voor zover geweten, vergelijkbaar met deze van de andere COX-2-selectieve NSAID’s; dit geldt ook voor het cardiovasculaire risico, dat voor geen enkel NSAID kan uitgesloten worden (klassiek of COX-2 selectief) [zie Folia mei 2005 , november 2006 en februari 2007 ].
  • Hoofdstuk 6.6.6. Primidon (Mysoline®), een anti-epilepticum dat gedurende lange tijd niet beschikbaar was, is sinds juli 2007 terug beschikbaar.
  • Hoofdstuk 8.3.2. Riamet® (beschikbaar sinds juli 2007) is een associatie van artemether en lumefantrine, en wordt gebruikt bij de behandeling van niet- gecompliceerde (multiresistente) malaria door Plasmodium falciparum. Lumefantrine kan het QT-interval verlengen, met risico van ' torsades de pointes'; Riamet® mag daarom niet gebruikt worden bij patiënten die reeds andere risicofactoren voor QT-verlenging hebben (zie Inleiding van het Repertorium, blz. 7). Gelijktijdige behandeling met geneesmiddelen die CYP3A4 inhiberen of met geneesmiddelen die worden gemetaboliseerd door CYP2D6 (zie CYP-tabel op blz. 4 van het Repertorium), wordt beschouwd als een contra-indicatie. Deze associatie is niet bestemd voor preventie van malaria; preventie van malaria met de klassieke middelen blijft nodig [zie Folia mei 2007 en Repertorium hoofdstuk 8.3.2.].
  • Hoofdstuk 8.4.3.4. Darunavir (Prezista®) (beschikbaar sinds juli 2007) is een protease- inhibitor die, steeds in combinatie met lage doses ritonavir, kan gebruikt worden bij HIV-patiënten die reeds werden behandeld met antiretrovirale middelen. Zoals voor alle protease-inhibitoren zijn talrijke medicamenteuze interacties mogelijk (zie o.a. www.hiv-druginteractions.org voor meer informatie).
  • Hoofdstuk 9.1.1.1.9. Een tweede vaccin tegen rotavirus (Rotateq®) is sinds juni 2007 beschikbaar. Het vaccinatieschema bestaat uit toediening van 3 doses langs orale weg met een interval van minimum één maand [zie het ' Goed om weten'-artikel in de Folia van juli 2007].
  • Hoofdstuk 12.2.11. Ranibizumab (Lucentis®) is sinds juli 2007 beschikbaar voor intravitreale injectie bij de behandeling van bepaalde vormen van maculaire degeneratie.