Ongewenste effecten van de statines

De statines, inhibitoren van het HMG-CoA-reductase, zijn hypolipemiërende middelen. In België zijn momenteel vijf statines gecommercialiseerd: atorvastatine (LIPITOR), cerivastatine (CHOLSTAT, LIPOBAY), fluvastatine (LESCOL), pravastatine (PRAVASINE) et simvastatine (ZOCOR).

De meest frequente ongewenste effecten van de statines zijn myalgieën en stijging van de transaminasen. Verhoging van het creatinekinase, met mogelijk rhabdomyolyse, kan eveneens optreden; dit risico is verhoogd bij gelijktijdig gebruik van ciclosporine, fibraten of nicotinezuur. Voor atorvastatine, cerivastatine en simvastatine is het risico van myopathie ook verhoogd bij gelijktijdige toediening van bepaalde macroliden (vooral erythromycine en clarithromycine), azoolderivaten (vooral ketoconazol en itraconazol) en protease-inhibitoren.

De ongewenste effecten die sedert commercialisering via de gele fiches werden gerapporteerd aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking, en waarvoor de causaliteit werd beoordeeld als "mogelijk&quot of "waarschijnlijk&quot op basis van de criteria van de Wereldgezondheidsorganisatie, werden verzameld.

De meest frequent gerapporteerde ongewenste effecten waren myalgie (n=30), rash (n=9), verhoging van de transaminasen (n=5), hepatitis (n=4), erectiestoornissen (n=6) en polyneuritis (n=3).

Voor elk van deze ongewenste effecten varieerde het aantal rapporten sterk van statine tot statine. Het is echter onmogelijk de gegevens bekomen met de verschillende statines onderling te vergelijken; dit heeft te maken met de onderrapportering, eigen aan een spontaan geneesmiddelenbewakingssysteem, en met het feit dat de verbruikcijfers voor de verschillende statines niet bekend zijn.

van de ongewenste effecten die gerapporteerd werden aan het Centrum zijn myalgie en verhoging van de transaminasen goed bekend. Rash en hepatitis zijn in de literatuur beschreven met meerdere statines. Enkele gevallen van erectiestoornissen zijn in de literatuur beschreven met pravastatine en simvastatine, zonder bewijs van causaliteit.

In verband met polyneuritis, leverde een nazicht van de literatuur, recent gepubliceerd in La Revue Prescrire [20 : 279(2000)] , 15 gevallen op die worden toegeschreven aan een statine. In sommige gevallen was de polyneuritis geassocieerd aan een, soms uitgesproken, daling van de spierkracht van de aangetaste ledematen. Het stoppen van het verdachte statine leidde meestal tot een vermindering van de symptomen, evenwel zonder volledig herstel. Bij twee van deze patiënten leidde de inname van een andere statine tot het heroptreden van het ongewenst effect.

Het Belgisch Centrum ontving ook een melding van trombocytopenische purpura bij een 67-jarige patiënte die behandeld werd met fluvastatine; de bloedplaatjes waren ongeveer 5 weken na stoppen van fluvastatine genormaliseerd. In de Lancet [352 : 1284-1285(1998)] is een geval gepubliceerd van trombocytopenische purpura met simvastatine, eveneens met gunstige afloop na stoppen van de behandeling.