Doping in de sport

De inhoud van dit artikel is niet meer actueel.

[Reeds verschenen als Goed om weten-bericht op onze website op 20/4/2007]

Recent verschenen in de media berichten dat een aantal Vlaamse topsporters de toestemming gekregen hadden om ' doping' te gebruiken, d.w.z. producten waarvan het actieve bestanddeel ingeschreven is op de WADA-dopinglijst. Inderdaad kan een sporter om medische redenen toelating krijgen voor gebruik van een verboden substantie, bv. wanneer niet behandelen de gezondheid van de sporter in het gedrang zou kunnen brengen en er geen therapeutisch alternatief beschikbaar is. Dit noemt men ' Toestemming wegens therapeutische noodzaak' (TTN) in de Vlaamse gemeenschap, en ' Autorisation pour usage thérapeutique' (AUT) in de Franse gemeenschap.

Om een dergelijke toelating te krijgen, moet de sporter, in samenspraak met de behandelende arts, een aanvraag indienen (voor niet-systemisch gegeven corticosteroïden en voor β2-agonisten via inhalatie, met uitzondering van fenoterol, bestaat een verkorte aanvraag). Men maakt, in verband met de te volgen procedure, een onderscheid tussen elitesporters en andere sporters, en deze procedure verschilt bovendien in de Vlaamse en de Franse Gemeenschap.

  • Binnen de Vlaamse Gemeenschap moeten elitesporters steeds, tenzij in noodgevallen, proactief (d.w.z. vooraleer de medicatie wordt genomen) een aanvraag indienen bij de medische commissie van hun internationale federatie of bij de ' Expertencommissie Medisch Verantwoord Sporten (MVS)' van de Vlaamse overheid.

    De andere sporters kunnen hun ' Toestemming wegens therapeutische noodzaak' proactief of retroactief (d.w.z. na de inname van de medicatie en/of na een dopingcontrole) aanvragen, en dit bij de ' Expertencommissie MVS' van de Vlaamse overheid. Indien bij een retroactieve aanvraag na een positieve dopingcontrole, de aanvraag niet wordt goedgekeurd, geeft dit aanleiding tot een disciplinair dossier.

  • Ook binnen de Franse Gemeenschap moeten elitesporters hun aanvraag steeds, tenzij in noodgevallen, proactief richten tot de medische commissie van hun internationale federatie. De andere sporters moeten hun aanvraag, eveneens proactief, richten tot de medische commissie van de federatie waarbij ze aangesloten zijn; wanneer deze geen medische commissie heeft, moet de aanvraag gericht worden tot de medische commissie van hun internationale federatie.

In het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium worden in verband met geneesmiddelen en doping twee symbolen gebruikt.

  • Het symbool

    duidt op (1) de specialiteiten die altijd verboden zijn (dus zowel binnen als buiten wedstrijdverband, en dit in alle sporten), (2) de specialiteiten die enkel verboden zijn binnen wedstrijdverband, en (3) de specialiteiten die enkel verboden zijn bij bepaalde sporten. Het is voor deze geneesmiddelen met symbool dat bovenvermelde regels tot TTN gelden.

  • Het symbool

    duidt op (1) de specialiteiten op basis van codeïne of ethylmorfine, (2) de specialiteiten op basis van corticosteroïden voor dermatologisch gebruik (ook via iontoforese of fonoforese), voor gebruik in neus, oor, mond of oog, ter hoogte van het tandvlees of voor perianaal gebruik, en (3) de specialiteiten op basis van adrenaline in combinatie met anesthetica. Deze geneesmiddelen met symbool zijn toegelaten, maar kunnen toch een positieve dopingcontrole geven.

Het is in elk geval aan te raden bij elke dopingcontrole het gebruik van gelijk welk geneesmiddel te melden.

Meer informatie is te vinden op de websites van de Vlaamse gemeenschap ( www. dopinglijn. be ) en de Franse gemeenschap ( www.dopage.be , rubriek FAQ), en op de website van het WADA (World Anti-Doping Agency, www.wada-ama.org ).