Deze maand in de FoliaDoor een toename van het gebruik van orale anticoagulantia wordt men meer en meer geconfronteerd met de problemen bij een dergelijke behandeling. Een voorbeeld is de matige verhoging van de INR: dit moet aangepakt worden in functie van een aantal karakteristieken van de individuele patiënt; niet enkel de graad van verhoging van de INR moet in rekening worden gebracht. Er is het risico van bloedingen (of de aanwezigheid ervan), maar ook het risico van thrombo-embolie. Vitamine K, toegediend in lage doses, kan soms de beste oplossing zijn; meestal zal het echter volstaan tijdelijk de anticoagulerende behandeling te onderbreken. Technologische vooruitgang en verouderen van de bevolking maken dat ook steeds meer patiënten een gewrichtsprothese hebben. Wanneer dergelijke patiënten een ingreep ondergaan met een belangrijke bacteriëmie, b.v. manipulatie van geïnfecteerd weefsel met S. aureus, tandextracties of sclerotherapie van slokdarmvarices, bestaat het risico dat de prothese geïnfecteerd wordt. Antibioticaprofylaxis wordt soms aanbevolen, maar een scherpe indicatiestelling (b.v. enkel bepaalde ingrepen bij goed gedefinieerde hoogrisicopatiënten) en een aangepaste keuze van het antibioticum zijn noodzakelijk. De preventie van influenza bij risicopatiënten vraagt een actief beleid van b.v. arts en apotheker. Het nut van vaccinatie van risicopatiënten is voldoende aangetoond. Toch worden nog steeds te veel patiënten die deze vaccinatie zouden moeten krijgen, niet gevaccineerd. Vooral de risicopatiënten die niet behoren tot de groep der 60-plussers worden al te vaak vergeten. In dit nummer worden kinderen met astma extra onder de aandacht gebracht. |