© “Eye-diagram no circles border” Chabacan1
1: achterste oogkamer (bevat het glasachtig lichaam) 2: ora serrata 3: musculus ciliaris 4: zonula ciliaris 5: kanaal van Schlemm 6: pupil 7: voorste oogkamer (gevuld met glasvocht)
8: hoornvlies/cornea 9: iris 10: lenskapsel 11: lenskern 12: corpus ciliares 13: conjunctiva
14: m. obliquus inferior 15: musculus rectus inferior 16: musculus rectus medialis 17: retinale arteriën en venen 18: blinde vlek 19: dura mater 20: arteria centralis retinae 21: vena centralis retinae
22: nervus opticus 23: venae vorticosae 24: harde oogrok 25: gele vlek 26: fovea centralis 27: sclera 28: chorioides 29: m. obliquus superior 30: retina
Corticosteroïden kunnen de progressie van cataract bevorderen, vooral wanneer de fysiologische dagdoses (20 à 30 mg hydrocortison of equivalent) langdurig overschreden worden. Ze lokken specifiek een posterieur subcapsulair cataract uit dat zich sneller ontwikkelt dan het typische leeftijdsgebonden cataract. Dit effect is waarschijnlijk het gevolg van corticosteroïd-geïnduceerde veranderingen in de gentranscriptie in de epitheelcellen van de lens2,3.
Oftalmologische controle wordt enkel nodig geacht bij reeds vooraf bestaande cataract en/of oculaire klachten2.
Het gebruik van alfa-1- blokkers, zoals tamsulosine, kan leiden tot het beweeglijker worden van de iris tijdens cataractchirurgie. Dit fenomeen is gekend als het “Floppy Iris Syndrome”. (Folia maart 2010) (Zie meer info). Het “Floppy Iris Syndrome” wordt het vaakst in verband gebracht met gebruik van tamsulosine, een selectieve alfa-1-blokker, maar is ook beschreven met andere alfa-1-blokkers. Het mechanisme van deze aandoening is waarschijnlijk gerelateerd aan de blokkade van alfa-1-receptoren in de radiaire spier van de iris. Dit kan aanleiding geven tot een slappe, beweeglijke iris zonder tonus en de daarbij horende progressieve pupilvernauwing, met verhoogd risico van operatieve complicaties zoals een netvliesloslating, lensluxatie, kapselscheur en endolftamie4.
Stopzetting van de medicatie kort voor de cataractchirurgie biedt geen voordeel. Indien de medicatie wordt stopgezet, dient deze minstens 1 à 2 weken voorafgaand aan de operatie stopgezet (zie meer info). Het ontstaan van een “Floppy Iris Syndrome” zal daarmee echter niet noodzakelijkerwijs voorkomen worden (zie meer info). De chirurg dient wel op de hoogte gebracht te worden van huidig of vroeger (vooral indien behandeling minder dan 15 dagen voorafgaand aan de operatie gestopt is5) gebruik van alfa-1-blokkers zodat deze maatregelen kan nemen in geval van een meer gecompliceerde operatie4.
Langetermijngebruik van allopurinol is in verband gebracht met een verhoogd risico op cataract. De associatie tussen allopurinol en cataract blijft wel controversieel.
Doorverwijzing voor oftalmologische controle is slechts nodig bij oculaire klachten2.
Een mogelijke associatie tussen cataract en hypolipemiërende middelen is controversieel9.
Doorverwijzing voor oftalmologische controle is slechts nodig bij oculaire klachten.
1 Eye-diagram_no_circles_border. Chabacano; https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Eye-diagram_no_circles_border.svg CC BY-SA 3.0
2 Ahmad R, Mehta H. The ocular adverse effects of oral drugs. Australian Prescriber. 2021;44(4):129. doi:10.18773/austprescr.2021.028
3 Martindale. The complete drug reference. Accessed January 18, 2022.
4 Tamsulosin-induced intraoperative floppy iris syndrome during cataract surgery - Australian Prescriber. Accessed January 18, 2022. https://www.nps.org.au/australian-prescriber/articles/tamsulosin-induced-intraoperative-floppy-iris-syndrome-during-cataract-surgery
5 Cm B, Wv H, Hd F, et al. Association between tamsulosin and serious ophthalmic adverse events in older men following cataract surgery. JAMA. 2009;301(19). doi:10.1001/jama.2009.683
6 Zaman F, Bach C, Junaid I, et al. The Floppy Iris Syndrome – What Urologists and Ophthalmologists Need to Know. Current Urology. 2012;6(1):1. doi:10.1159/000338861
7 Luo C, Chen X, Jin H, Yao K. The association between gout and cataract risk: A meta-analysis. PLOS ONE. 2017;12(6):e0180188. doi:10.1371/journal.pone.0180188
8 Li YJ, Perng WT, Tseng KY, Wang YH, Wei JCC. Association of gout medications and risk of cataract: a population-based case-control study. QJM. 2019;112(11):841-846. doi:10.1093/qjmed/hcz167
9 Despas F, Rousseau V, Lafaurie M, et al. Are lipid-lowering drugs associated with a risk of cataract? A pharmacovigilance study. Fundam Clin Pharmacol. 2019;33(6):695-702. doi:10.1111/fcp.12496
10 Klein BEK, Klein R, Lee KE, Grady LM. Statin use and incident nuclear cataract. JAMA. 2006;295(23):2752-2758. doi:10.1001/jama.295.23.2752
11Tan JSL, Mitchell P, Rochtchina E, Wang JJ. Statin use and the long-term risk of incident cataract: the Blue Mountains Eye Study. Am J Ophthalmol. 2007;143(4):687-689. doi:10.1016/j.ajo.2006.11.027
Martindale: The complete drug reference. Laatst nagekeken op 22/02/2022.