De Hoge Gezondheidsraad (HGR) heeft haar advies over de vaccinatie tegen zona (herpes zoster) herzien: Advies 9684 (september 2022).1 Deze herziening is er gekomen naar aanleiding van het beschikbaar komen, in 2020, van het recombinant vaccin tegen zona Shingrix® [zie Recente informatie in Folia december 2020]. Het vorige advies van de HGR dateert van augustus 2017, toen enkel het levend zonavaccin Zostavax® beschikbaar was. Daarnaast publiceerde het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) zopas haar kosteneffectiviteitsrapport van Shingrix®: KCE Reports 360A (oktober 2022).2
In onderstaand artikel vermelden we:
De HGR beveelt vaccinatie met het recombinante zonavaccin aan bij alle personen ≥ 60 jaar en bij immuungecompromitteerde volwassenen, met inbegrip van patiënten ≥ 16 jaar onder immuunsuppressieve behandeling. [N.v.d.r.: de SKP voorziet gebruik “bij personen met verhoogd risico op herpes zoster” vanaf de leeftijd van 18 jaar].
Het nieuwe advies geeft geen enkele plaats meer aan het levend zonavaccin. In het Advies van 2017 (toen enkel het levend zonavaccin beschikbaar was) werd systematische vaccinatie niet aanbevolen.
De HGR wijst in haar Advies op de hoge kostprijs van het recombinant vaccin (340,52 euro voor
2 doses, niet terugbetaald; situatie op 01/11/22).
Primovaccinatie: 2 injecties i.m. met een interval van minstens 2 maanden. Bij personen met voorziene immuundeficiëntie kan het interval tussen de 2 doses worden verkort tot 1 à 2 maanden.
Herhalingsinenting: de noodzaak staat op dit ogenblik niet vast aangezien het nog niet duidelijk is hoe lang de bescherming van primovaccinatie voldoende hoog blijft, vooral bij immuungecompromitteerden (zie verder).
Het KCE2 besluit dat vaccinatie met Shingrix® van de doelgroepen zoals gedefinieerd door de HGR op dit ogenblik niet kosten-effectief is. De te verwachten gezondheidswinst door de vaccinatie is relatief beperkt en de huidige kostprijs is veel te hoog. We citeren uit het persbericht van het KCE:
Het KCE formuleert in haar rapport een aantal aanbevelingen
aan het RIZIV, i.v.m. voorwaarden voor toekenning van terugbetaling,
aan de zorgverleners, i.v.m. prioritaire doelgroepen van vaccinatie in geval van terugbetaling en het belang van melden van vermoede bijwerkingen,
aan de wetenschappelijke wereld, i.v.m. het belang van blijvend onderzoek naar werkzaamheid, veiligheid en kosten-effectiviteit op lange termijn, en
aan Sciensano, i.v.m. het belang van epidemiologische opvolging van zona en PHN.
Het recombinant vaccin biedt waarschijnlijk (op basis van indirecte vergelijkingen) hogere en langdurigere bescherming dan het levend vaccin, ook in de oudere populatie [zie Folia juli 2020 en Recente informatie in Folia december 2020]. Daarenboven kan het recombinant vaccin gebruikt worden bij immuungecompromitteerde patiënten, in tegenstelling tot het levend vaccin. Deze elementen hebben geleid tot de nieuwe aanbeveling van de HGR1. Ondanks de pluspunten van het recombinante vaccin dienen in de beslissing om te vaccineren een aantal elementen te worden overwogen.
Bescherming tegen postherpetische neuralgie (PHN) is het belangrijkste doel van vaccinatie tegen zona, maar er moeten veel personen worden gevaccineerd om één geval van PHN te voorkómen. Er moeten 334 mensen ouder dan 50 jaar (Number Needed to Vaccinate = NNV = 334) of 261 mensen ouder dan 70 jaar (NNV = 261) worden gevaccineerd met het recombinante vaccin om één geval van PHN (zie “+ meer info” voor definiëring) te voorkómen over een periode van 3,8 jaar [ZOE-50 studie en ZOE-70 studie].3,4 De lagere NNV bij personen ouder dan 70 jaar is te verklaren door het hogere risico van PHN bij personen ouder dan 70 jaar dan bij jongere personen, maar ook in de oudere populatie blijft de NNV hoog. Dit heeft te maken met het geringe absoluut risico van PHN.
De beschermingsduur is nog niet exact gekend, zeker niet voor PHN en bij immuungecompromitteerden. Bij immuuncompetente 60-plussers bestaat de kans dat bij vaccinatie op (te) jonge leeftijd de bescherming verdwenen is op het ogenblik dat deze het meest noodzakelijk is. Bij immuuncompetente personen blijft de bescherming tegen herpes zoster en tegen PHN hoog gedurende minstens 4 jaar na vaccinatie met het recombinant vaccin. Een follow-up van ongeveer de helft van de patiënten van de ZOE-studies (gevaccineerd op de leeftijd van gemiddeld 67 jaar) toont 7 jaar na de vaccinatie nog steeds een hoge bescherming tegen herpes zoster (> 84%), maar bescherming tegen PHN werd in de follow-up merkwaardig genoeg niet onderzocht.5 Gegevens tonen dat de immuunrespons tot minstens 10 jaar na de vaccinatie persisteert.6 In de studies bij immuungecompromitteerde personen is de follow-upduur beperkt tot 2 jaar.2
Immuungecompromitteerde patiënten en patiënten voorafgaand aan een immuunsuppressieve behandeling zijn een belangrijke doelgroep voor vaccinatie. De ervaring in deze populaties is echter nog beperkt en robuuste gegevens over concrete winst in het voorkomen van ernstige vormen van zona en PHN zijn zeer schaars. Zoals voor elk niet-levend vaccin, kan de werkzaamheid bij immuungecompromitteerde patiënten verminderd zijn. Bij volwassenen die een autologe hematopoëtische stamceltransplantatie hebben ondergaan of die een hematologische maligniteit hebben, tonen gegevens van goede kwaliteit dat vaccinatie het risico van zona vermindert (bescherming van 70%). Bij de patiënten met een hematopoëtische stamceltransplantatie is er ook nog een daling van het risico van PHN.1,2 Het recombinant vaccin kan veilig gebruikt worden bij immuungecompromitteerde patiënten.
Het veiligheidsprofiel is gunstig, met wel zeer frequent lokale reacties en koorts. Een Amerikaanse observationele studie levert een signaal van Guillain-Barré-syndroom (GBS) met het recombinant zonavaccin, met naar schatting 3 extra gevallen van GBS per miljoen doses bij personen van 65 jaar of ouder.7
De kostprijs van een primovaccinatie met het recombinant vaccin tegen zona is hoog (ongeveer 340 euro) en het KCE2 stelt dat de vaccinatiestrategie zoals voorgesteld door de HGR, op dit ogenblik niet kosten-effectief is (te duur in vergelijking met de te verwachten gezondheidswinst).
1 Hoge Gezondheidsraad (HGR). Advies. Vaccinatie tegen herpes zoster. September 2022. HGR nr. 9684.
2 Roberfroid D., Zeevaert R. et al. Evaluatie van het Shingrix vaccin tegen ZONA. Health Technology Assessment (HTA). Brussel. Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). 2022. KCE Reports 360A. DOI : 10.57598/R360AS.
3 Cunningham A.L. et al. Efficacy of the Herpes Zoster Subunit Vaccine in Adults 70 Years of Age or Older. N Engl J Med 2016;375:1019-32 (doi: 10.1056/NEJMoa1603800)
4 Kerst J.F.A. en Stolk L.M.L. Gordelroosvaccin voor ouderen? Geneesmiddelenbulletin 2020;54:97-101 (doi: 10.35351/gebu.nl.2020.9.16)
5 Boutry C, Hastie A, Diez-Domingo J et al. The Adjuvanted Recombinant Zoster Vaccine Confers Long-term Protection Against Herpes Zoster: Interim Results of an Extension Study of the Pivotal Phase III Clinical Trials (ZOE-50 and ZOE-70) (79). Clin Infect Dis. 2022;74:1459-67 (doi: 10.1093/cid/ciab629)
6 Hastie A., Catteau G. et al. Immunogenicity of the Adjuvanted Recombinant Zoster Vaccine: Persistence and Anamnestic Response to Additional Doses Administered 10 Years After Primary Vaccination. J. Infect. Dis. 2021;224:2025-34 (https://academic.oup.com/jid/article/224/12/2025/5851921)
7 Goud R., Bradley L, Duffy J et al. Risk of Guillain-Barré Syndrome Following Recombinant Zoster Vaccine in Medicare Beneficiaries. JAMA Intern Med. 2021;181:1623-30 (doi:10.1001/jamainternmed.2021.6227)