Samenvatting |
Uit steeds meer observationele gegevens blijkt dat regelmatig gebruik van PPI’s kan leiden tot zeldzame, maar mogelijk ernstige ongewenste effecten. Nierlijden, dementie, gastro-intestinale infecties, pneumonie, botfracturen en malabsorptie van magnesium en vitamine B12 zijn beschreven. Hoewel een causaal verband tussen gebruik van PPI’s en deze ongewenste effecten niet eenduidig is aangetoond en de frequentie ervan waarschijnlijk laag is, is het belangrijk de risico-batenverhouding van elke behandeling met PPI’s o.a. in het licht van deze ongewenste effecten regelmatig te evalueren. Het is aangewezen PPI’s enkel voor te schrijven voor onderbouwde indicaties, in de laagst mogelijke dosis en de nood voor behandeling regelmatig te herzien. |
Protonpompinhibitoren (PPI’s) worden in België, zoals ook in andere landen, vaak en langdurig voorgeschreven. Onderbouwde indicaties van PPI’s zijn voornamelijk refluxoesofagitis en preventie en behandeling van gastroduodenaal ulcus; er bestaan weinig studies over het gebruik bij dyspepsie die niet op reflux berust of bij andere gastro-intestinale klachten [zie Transparantiefiche Maagklachten]. De decennialange ervaring met deze middelen geeft aan dat PPI’s over het algemeen goed verdragen worden. De meest frequente ongewenste effecten zijn nausea, diarree, hoofdpijn en rash; rebound reflux na stoppen van de behandeling treedt ook vaak op, wat kan leiden tot onterecht hervatten van de behandeling. Anderzijds zijn er steeds meer signalen over zeldzame, maar mogelijk ernstige, ongewenste effecten bij regelmatig gebruik van PPI’s. De meeste gegevens over deze ongewenste effecten berusten op observationeel onderzoek, een onderzoeksdesign dat heel gevoelig is aan verstorende variabelen en waaruit weliswaar een associatie, maar geen causaliteit kan afgeleid worden.