Na 14 dagen was er tussen de HCQ-groep en de placebogroep geen relevant verschil in de ernst van de symptomen (primair eindpunt): een verschil van 0,2 punten op een 10-punt visueel analoge schaal in het voordeel van HCQ (statistisch niet significant).
Na 14 dagen vertoonde 24% van de patiënten in de HCQ-groep nog symptomen, versus 30% in de placebogroep (statistisch niet significant).
De incidentie van hospitalisatie (4% in de totale groep) of overlijden (0,4% in de totale groep) verschilde statistisch gezien evenmin tussen de groepen. Er waren in de HCQ-groep 4 COVID-19-gerelateerde hospitalisaties (+ 1 niet-gehospitaliseerd COVID-19 gerelateerd overlijden) ten opzichte van 8 COVID-19 gerelateerde hospitalisaties (waarvan 1 overlijden in het ziekenhuis) in de placebogroep (statistisch niet significant).
Ongewenste effecten waren frequenter in de HCQ-groep (43% vs. 22%, vooral gastro-intestinale ongewenste effecten, geen melding van ernstige ongewenste effecten).
De HCQ-groep kreeg 800 mg HCQ (als sulfaat), gevolgd door 600 mg na 6 à 8 uur, en dan 600 mg eenmaal per dag de 4 daaropvolgende dagen (in totaal 5 dagen behandeling).
Bedenkingen van het BCFI: het ging hier om een vrij jonge (mediane leeftijd 40 jaar) en over het algemeen gezonde populatie: ongeveer 30% had onderliggend lijden (vooral astma, hypertensie en diabetes). Het gebrek aan PCR-bevestiging in de volledige onderzoekspopulatie, en het tijdens de studie aanpassen van het primair eindpunt zijn zwakheden van deze overigens sterke studie.
In de ambulante zorg:
Een recent gepubliceerde studie bij ambulante patiënten met milde COVID-19, maar niet-geblindeerd en met virusklaring als primair eindpunt, toonde geen beschermend effect van HCQ2.
Een studie waarin HCQ preventief werd toegediend bij asymptomatische patiënten na een “matige“ of “hoogrisico”-blootstelling aan het SARS-COV2-virus (post-exposure profylaxe) toonde geen bescherming met HCQ (zie ons “Goed om te weten”-bericht in Folia juli 2020).
In het ziekenhuis (buiten intensieve zorgen):
Een recent gepubliceerde studie, bij gehospitaliseerde patiënten met milde tot matig ernstige COVID-19 (40% kreeg zuurstof), toonde geen effect van HCQ (al dan niet in associatie met azithromycine) op de klinische evolutie ten opzichte van de standaardzorg; verlenging van het QT-interval en stijging van de leverenzymen waren frequenter in de behandelde groepen3.
Eerder toonde een studie bij gehospitaliseerde patiënten met milde COVID-19 evenmin een beschermend effect (zie ons “Goed om te weten”-bericht in Folia mei 2020, deze studie werd op 6 mei gepubliceerd in British Medical Journal].
Deze studies, ook al hebben ze hun beperkingen, geven nog steeds geen enkele aanwijzing van werkzaamheid van HCQ bij patiënten met beginnende symptomen van COVID-19, noch preventief bij asymptomatische patiënten na een hoogrisicocontact. Over het effect van HCQ bij ernstige zieke, gehospitaliseerde patiënten is het wachten op de publicatie, na peer-review, van de gerandomiseerde studies met HCQ. Voorlopige aankondigingen van twee studies stellen dat de resultaten negatief zijn (zie persberichten Recovery-studie en NIH-studie).